Woordenboek Populaire uitdrukkingen is geschreven door Marc de Coster (1998).
Het ‘Woordenboek Populaire uitdrukkingen’ is een verklarend woordenboek van hedendaagse informele uitdrukkingen in het Nederlands.
Marc de Coster is altijd al gepassioneerd geweest voor woorden en heeft daardoor ook al verschillenden woordenboeken op zijn naam staan. Hij won zelfs in 2003 de Kruyskamp prijs van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde voor het Eufemismenboek.
Hij was tevens medewerker van het tijdschrift Neerlandia.
Definities en betekenissen van Woordenboek van populaire uitdrukkingen
A
- Aandoen
- Aangebrand
- Aangedraaid
- Aangejurkt/aangekleed
- Aangekleed
- Aangeschoten
- Aangewit
- Aankakken
- Aankatsen/aanketsen/aankwatsen
- Aankleunen
- Aankomen
- Aankwatsen
- Aanlullen
- Aannaaien
- Aanrotzooien
- Aanslaan iemand
- Aansloes hebben
- Aansmoezen
- Aanstaan
- Aantakkebossen
- Aap (aapje, apie)
- Aap, noot, mies
- Aardappel
- Aarde
- Aardig wat meebrengen in het huwelijk
Toon meer
B
- Baan
- Baas
- Babbels hebben
- Bagger
- Bajesmaf
- Bajonet
- Bak (bakje)
- Baker
- Bakker (bakkertje)
- Bakker-an
- Bakkes
- Bakkie
- Bal (balletje)
- Balen
- Balg
- Ballon
- Banaan
- Bang
- Bangerd
- Bangmakertje
- Banken
- Barrebiesjes
- Barrels
- Bast
- Bataljon
Toon meer
C
D
- Daar
- Dachautje spelen
- Dag
- Dahlia
- Dak
- Dal
- Dalles hebben
- Dame
- Damesliefde
- Damp
- Darm
- Dattum
- Deduceren en combineren
- Deelnemen/meedoen is belangrijker dan winnen
- Deksel
- Delft
- Delfts blauw
- Denken
- Depri
- Derde
- Deuk
- Deukie
- Deur
- Dezze
- Dichtegaatjespan
Toon meer
E
- Echie
- Echt
- Eelt in zweet
- Één mei
- Een veeg geven
- Eenarmige bandiet
- Eend
- Eeuwig
- Effe
- Effectief
- Ei
- Eiereten
- Eiffeltoren
- Eigen
- Eilie hebben
- Eind (einde):
- Eisjedies gaan
- Ekkie perfekkie
- Elfde
- Elias
- Elleboog
- Emigreren
- Emmer (emmertje):
- Emmetje
- Emmie
Toon meer
F
- Falderappes
- Familie
- Fantastico
- Feedback geven
- Feest (feestje):
- Feiten zijn heilig, commentaar is vrij
- Fep
- Fiducie in iets/iemand hebben
- Fiets
- Fietsen
- Fifties
- Figuur
- Fijn
- Fik
- Filistijnen
- Film
- Filmen
- Flanellen benen hebben
- Fledder/fledderitse: aan de -
- Flep
- Flikker
- Flikkerkanker
- Flip
- Flippen
- Flipper
Toon meer
G
- -gebeuren
- -gehalte
- Gaan
- Gaapstokken
- Gaas
- Gajes
- Gallemieze(n)
- Gallisch worden van iets
- Garnaal
- Gas
- Gasfabriekie
- Gasjewijnen gaan
- Gast
- Gat (gaatje)
- Gatepetiel
- Gatstoppelen
- Gearmd naar de brand
- Gebakje
- Gebakken
- Gebbetjes maken
- Gebeiteld zitten
- Gebreid
- Gebruiksaanwijzing
- Gecoverd
- Gedag
Toon meer
H
- Haags
- Haak
- Haaks nemen
- Haar (haartje):
- Haarlemmerdijkies maken:
- Haasje
- Haasvreten
- Habbekrats
- Hak
- Hakken
- Halfblans
- Halfje
- Halfstok hangen
- Halfvast
- Halfzeven
- Halje travalje
- Hallucinerend
- Halve trouwboek
- Halvezool
- Hammenzakkenrats
- Hand (handje)
- Handcatechisatie
- Handenwerkersvriendenkring
- Handjeklap
- Handjeruig
Toon meer
I
J
- Jacobse en van es
- Jampie-de-jampie: van - gaan
- Jan (jantje)
- Jan boezeroen
- Jan compagnie
- Jan de wasser
- Jan doedel; jandoedel:
- Jan evert
- Jan fuselier
- Jan gat:
- Jan grabbel
- Jan hen
- Jan joker
- Jan jurk
- Jan kaas
- Jan kalebas
- Jan kanker
- Jan kloten
- Jan kordaat
- Jan krent
- Jan lui:
- Jan modaal
- Jan pet en truus thuis
- Jan publiek
- Jan rap en zijn maat
Toon meer
K
- K
- Kaal
- Kaantje
- Kaap
- Kaap kont
- Kaap snert: voor - liggen
- Kaars (kaarsje):
- Kaarsenfabriek
- Kaart (kaartje):
- Kaas
- Kaasie/kaasje/kaassie/kasie/kasie-degie: dat
- Kabielesementje
- Kachel
- Kak
- Kakkelorum
- Kakken
- Kakkie
- Kalegezichten
- Kamers te huur hebben
- Kanen
- Kanker
- Kanniet is dood, die ligt op het kerkhof
- Kanon
- Kanshoofd
- Kapelaan
Toon meer
L
- Laag gaan
- Laars
- Laarzen
- Laat
- Laatste
- Lach
- Lachen
- Lading
- Lam
- Lamp
- Land
- Lang
- Lange-halen-gauw-thuis
- Langharig werkschuw tuig
- Lantaarntje
- Lap
- Larie met vocht
- Last
- Lastig
- Lat
- Lauw loene/louloene
- Laveloos
- Lavement
- Lawaaie/lawajen
- Lazarus/lazerus:
Toon meer
M
- Maag
- Maagd
- Maan
- Maandroosje
- Maarschalksstaf
- Maarsj/maas: je kan me de - likken
- Maat (maatje):
- Maf
- Magisch centrum
- Maken
- Makke
- Makken
- Malle
- Mallemoer
- Man (mannetje):
- Mandje
- Marekerk
- Marge
- Mario lamzak
- Markt
- Mastiek maken
- Mat
- Mats
- Matschudding krijgen
- Matsen
Toon meer
N
- ’s nachts
- Naad
- Naald
- Naam
- Naamloze zonde
- Naatje (pet/met de pet)
- Nachtploeg
- Nada
- Nageboorte
- Nagel
- Nages
- Nakko/naks/nax
- Naneuk/nastoot
- Narriesjkat/narriskat
- Nastoot
- Nat
- Natie
- Nationaal
- Natuur
- Nax
- Nebbisj/aggenebbisj/oggenebbisj
- Neerlands hoop in bange dagen
- Negotie drijven
- Nek
- Nekharen
Toon meer
O
- Oddenommele
- Oerend hard
- Oets me togus
- Og was de koning van basan
- Oggenebbisj
- Okido/okidoki
- Okkie tuinboon
- Olie
- Olms
- Om
- Ome
- Omelet
- Omsof
- Omturnen
- Ondraaglijk
- Ongans
- Ongelofeloos/onwaarschijnloos
- Onnetje
- Onnoembaar, de onnoembare misdaad/zon-
- Ons-soort-mensen
- Onwaarschijnloos, zie
- Onwijs gaaf
- Oog
- Oor (oortje)
- Oorlog in de zestien
Toon meer
P
- P
- Paal (paaltje)
- Paard
- Paardje-schijtgeld
- Pages/paget/pagus zijn
- Pagger
- Pagus zijn
- Pak
- Pak ’m beet
- Pakkie-an
- Pampus
- Pan (pannetje)
- Pap in de benen hebben
- Papieren tijger
- Paraplu
- Pardon reeds
- Pasen en pinksteren:
- Pastoor
- Patat (patatje):
- Patati en patata
- Patertje-schijtgeld
- Pats
- Paviljoen drie
- Pee
- Peentje
Toon meer
R
- Raam
- Raap
- Raar
- Rabarber, rabarber, rabarber
- Race
- Raggel(ing)
- Rails
- Raken
- Ram
- Rambam
- Ramkoers
- Rare jongens, die romeinen
- Rat
- Rats
- Ratsmodee
- Rattenkanker
- Razend
- Recht op en neer:
- Recht zo die gaat
- Rechts inhalen
- Reeds
- Reet
- Reetkever
- Regel
- Reiger
Toon meer
S
- (s)jemig de pemig
- S(j)ik(ker)
- Sa(a)n!
- Sabel
- Salarius/Sinte-Salarius
- Samenleving hebben
- Sammy
- Samsam doen
- Santé
- Sappel
- Sappie/sawie
- Sarong
- Sawie
- Schaduw
- Schaften
- Schat, staat de boltma koud?
- Scheermes
- Scheet
- Scheppen
- Scherp
- Scheur
- Scheveningen
- Schi(e)bes/schi(e)bus gaan
- Schieten
- Schijt
Toon meer
T
- T(s)jakka
- Taai
- Taas
- Tabak
- Tabee
- Tabernakel
- Takke
- Tamp
- Tampon
- Tandje
- Tante
- Tarzan
- Tast
- Taxi met open deuren
- Tegenkomen
- Teil (teiltje):
- Tekenen
- Telegram uit darmstad
- Tempo doeloe
- Tepeltje taptemelk
- Tering
- Terug
- Terugkomen
- Testament
- Teut
Toon meer
U
V
- Vaartje
- Vaatje buskruit
- Vader (vadertje)
- Vader des vaderlands
- Vader, zoon en heilige geest
- Vakantie
- Vakmanschap is meesterschap
- Vallen
- Varken, zie ook de boer met zijn varkens:
- Vast
- Vaticaanse roulette
- Vegen
- Veiling
- Vellen
- Venetiaanderd
- Venus
- Ver
- Verbeelding
- Verbliksemen
- Verboden te verbieden
- Verdomde lowietje
- Verdommenis
- Verdriet
- Vergietziekte
- Vergunning
Toon meer