Geschiedenis

"Wie precies de bezwaren zou gaan berekenen waarop hij bij de uitvoering van een groots plan zou kunnen stuiten, zou de moed missen om te beginnen." - J.M. Romein

Geschiedenis

Het idee van een systematisch ingerichte Nederlandse encyclopedie ontstond in het bezettingsjaar 1943. Men wilde de teloorgang van kennis in de bezettingsjaren terugdraaien en tegelijkertijd iets op zetten wat in contrast stond met deze onvrije tijd.

 

Het idee

E.N.S.I.E. werd geïnitieerd door de toenmalige Amsterdamse Boek- en Courantmaatschappij N.V. Deze benaderde in 1943 J.M. Romein, die aanvankelijk weigerde, maar opperde om diens collega’s Hendrik Pos en Oene Noordenbos hiervoor te vragen. Beide bleken bereid, echter professor Pos wilde alleen meewerken indien zijn collega’s Hendrik Kramers en Jan Romein voor respectievelijk de exacte en de historische wetenschappen ondersteuning zouden bieden. Hoewel Jan Romein in eerste instantie had geweigerd, kwam hij daar op terug en zo ontstond de originele E.N.S.I.E. redactie.

 

Systematisch

In tegenstelling tot andere, grote encyclopedieën, zoals de Winkler Prins, werd voor de E.N.S.I.E. niet gekozen voor een alfabetische indeling van onderwerpen, maar voor een systematische indeling. Verschillende onderwerpen kregen hierdoor binnen het geheel van alle kennis die de E.N.S.I.E. biedt een logische opbouw. Men streefde er hiermee naar om het eenheidsverband tussen de verschillende wetenschappen en onderwerpen te kunnen geven. In de eigen woorden van Hendrik Pos:

‘Onze encyclopaedie heeft tot doel, boven de verzameling van feitelijke wetenswaardigheden uit te komen en de feiten af te ronden tot een geheel’

 

Uitgave

Na de bevrijding was het oorspronkelijk de bedoeling dat alle delen van E.N.S.I.E. gelijktijdig zouden worden uitgebracht. Dit bleek echter zowel praktisch als financieel onmogelijk en zou tevens te veel vragen van de redactieleden die vlak na de oorlog ook bezig waren met de heropbouw van Nederland. Ten slotte was het meest doorslaggevende punt het gebrek aan kennis direct na de bevrijding. Door de oorlog waren wetenschappers en geleerden niet meer in staat om bij te houden welke onderzoeken en ontdekkingen er elders in de wereld waren gedaan.

De kennis waarover men na de bevrijding beschikte, zou dan ook wel eens kunnen achterlopen. Daarom werd besloten om de publicatie van alle delen na het eerste deel uit te stellen om de redactie en andere medewerkers van E.N.S.I.E. de tijd te geven om kennis te nemen van alle ontwikkelingen die men had gemist tijdens de oorlog.

 

Het resultaat

Vanaf het moment dat het eerste deel van de Eerste Nederlandse Systematisch Ingerichte Encyclopaedie werd uitgebracht in 1946, heeft het de redacteuren, drukkers en zetters een vrijwel onvoorstelbare hoeveelheid werk gekost om het gehele project in 1950 af te ronden.

Voor de verspreiding van de E.N.S.I.E. door Nederland werd geadverteerd in meer dan 60 dagbladen, 20 vakbladen en 9 weekbladen, waaronder nog steeds bestaande bladen als Het Parool, De Volkskrant, Vrij Nederland en de Autokampioen.

Ensie Advertentie in dagblad Het Vrije Volk anno 1947 | Bron: Gemeentearchief Rotterdam

In totaal wordt het aantal arbeidsuren van redacteuren en medewerkers geschat op circa 40.000 en dat van de bureauredactie ongeveer 130.000. De teksten moesten echter ook nog worden gezet, wat een grove 44.000 uur heeft gekost. Daarnaast voldeden niet alle teksten in één keer aan de wensen van de redactie, waardoor men nog eens 16.000 uur aan extra correctie kan meetellen. Al met al het heeft vervaardigen van de E.N.S.I.E.-collectie behoorlijk wat tijd en moeite gekost. In 1946 kon men de E.N.S.I.E. collectie bestellen voor f 200,-, wat toentertijd voor veel mensen een behoorlijke investering was.

 

Feiten & Cijfers

In totaal heeft de totstandkoming van de gedrukte E.N.S.I.E. dus grofweg 230.000 arbeidsuren gekost, een hoeveelheid die voor de meeste mensen moeilijk te bevatten is. Om de woorden van de originele redactie van E.N.S.I.E. aan te halen:

‘Wil men zich van deze hoeveelheid arbeid nog op een andere wijze een beeld vormen, dan kan men zich een supermens voorstellen, die het geheel geschreven, geredigeerd, gecorrigeerd en geïllustreerd zou hebben, maar die nochtans slechts over een normale menselijke arbeidskracht zou hebben beschikt, d.w.z. 300 dagen per jaar 8 uur zou hebben gewerkt, dan zou die, zoals een eenvoudige berekening uit de boven gegeven cijfers leert, meer dan 70 jaar nodig gehad hebben.’

- J.M. Romein

 

Om een werk van zodanig formaat af te ronden, heeft men niet alleen deze arbeidsuren nodig. Ook een grote hoeveelheid materiaal is nodig, zoals papier en inkt. Voor de totale oplage van de E.N.S.I.E. is ongeveer 41 miljoen gram lood gebruikt, wat gelijk staat aan 41.000 kilo. Wat betreft papier zijn naar schatting 6.662.000 vellen gebruikt. Zouden al deze vellen, ter grootte van 76 x 108 mm, naast elkaar worden gelegd, dan zou dit neerkomen op een oppervlakte van 5.500.000 vierkante meter. Hiermee zou men bijna de gehele provincie Gelderland of driekwart van de evenaar kunnen bedekken. Mocht dit buiten het voorstellingsvermogen treden, dan kan men de vellen ook opstapelen, wat zou resulteren in een toren 40 keer zo hoog als de Eiffeltoren. Voor diegenen die de Eiffeltoren nog nooit in werkelijkheid hebben gezien, dit staat ongeveer gelijk aan 100 Domtorens van Utrecht.

 

De nalatenschap

Hoewel de E.N.S.I.E. lang niet alle onderwerpen heeft behandeld, vroegere lezers vonden met name dat er te weinig in stond over de het dierenrijk en landen, heeft men met de verzamelde werken toegang tot diverse vakgebieden en specialistische kennis hierin. Zoals de J.M. Romein, schrijver van het nawoord in het laatste deel al hierover opmerkte:

 

 


‘Habent sua fata libelli', zeiden de Ouden. Ook kleine boeken hebben hun geschiedenis. Als dat al voor kleine geldt, hoeveel te meer dan voor de grote en zeker voor een boekwerk als dit, dat geen voorbeeld had.’

- J.M. Romein

 

Bronnen

Pos, H.J. (1946). Algemene Inleiding. Amsterdam, Nederland: E.N.S.I.E. I. (12).
Romein, J.M. (1950). Finale. Amsterdam, Nederland: E.N.S.I.E. IX. (662).