Gepubliceerd op 21-06-2017

Malle

betekenis & definitie

1. - Eppie,scheldwoord voor een sufferd; voor iemand die gek, geestelijk gestoord is. Wellicht gelanceerd in het populaire zaterdag- avondprogramma ‘De Showboat’ (1952 - 1953)» waarvan de teksten geschreven werden door Eli Asser en de liedjes gezongen door Wim Sonneveld, in de rol van Willem Parel. Eveneens uit dit programma afkomstig is de kreet het is wadterverf.(zie waterverf). Synoniemen voor malle Eppiezijn o.a. malle Ti- nus(door Huizinga vermeld) en gekke/verdomde Lowietje.

‘Daar heb je die malle Eppie weer’, zei mijn moeder dan. (Jan Wolkers: De hond met de blauwe tong, 1964)

Nee, heus niet, malle eppie! (Heere Heeresma: Geschoren schaamte, 1968)

Maar we houden er niet van om aangesproken te worden of we malle Lowietje zijn. (Wil Schackmann: Genoeg gesold, 1988)

Veel reacties op de ‘papegaaien’ in mijn kerse- boom. ‘Malle Eppie, wist je dan niets van die parkietenboom in het Vondelpark?’ (Het Parool, 20/06/92)

Patijn heeft geen zin ‘de malle Eppie van het drugsbeleid te worden’. (Vrij Nederland, 11/03/95)

2. - Maupie,scheldwoord voor iemand die gek, geestelijk gestoord is. Rotterdams. Vgl. blinde Maupie; gekke/verdomde Lowietje; malle Eppie; vgl. ook zich het maupie schrikken.

Nee, sta nou niet te hakkelen als malle Maupie. (Willem van Iependaal: Onder de pannen, 1952)