Gepubliceerd op 21-06-2017

Olms

betekenis & definitie

Bargoens voor ‘oud, gek, kinds, niet goed wijs’: wat doet hij olms! Zich olms houdenis ‘simuleren’. Niet alleen als bijvoeglijk naamwoord {een olmse niese‘een oude vrouw’), maar ook als zelfstandig naamwoord {ben je opnieuw bij je olmse thuis?‘woon je weer bij je ouders?’).

Olm- spieseis ‘oudemannenhuis’, soms ook ‘gekkenhuis’. Het woord is afgeleid van Jiddisch olom ‘wereld, eeuwigheid’. De oudste bron, genoemd door Moormann, is 1860. Ook Woordenschatvermeldt dit aardig overeind gebleven stukje Bargoens, evenwel zonder veel uitleg: ‘Olmse = oude’, zo staat er. Koster Henke gaat veel uitgebreider op het woord in en geeft verscheidene voorbeelden.

Wat voor wijf! Niet jong meer, in de 30, olms, maar vreselijk lekker. (Jan Cremer: Ik Jan Cremer. Tweede Boek, 1966)

Ik bijvoorbeeld heb ze het liefst allebei, als de moeder niet te olms is natuurlijk. (Haring Arie: Een leven aan de Amsterdamse zelfkant, 1968)