ben. voor Amsterdam ten tijde van de provobeweging (jaren zestig). De term werd volgens de één gelanceerd door de Amsterdamse restauranteigenaar en mysticus Nicolaas Kroese, volgens de ander door Robert Jasper Grootveld (de oprichter van de Anti-rooktempel en de aanstichter van de vele happenings bij het Lieverdje in Amsterdam); en volgens nog een andere bron door hippieprofeet Simon Vinkenoog. Tegenwoordig een wat belegen term.
... na z’n hbs eksploderen in dat puike magiese sentrum... (Hans Plomp: Het Amsterdams Dodenboekje, 1970)
En op een dag nam ze de trein naar Amsterdam. Het Magisch Centrum van ’t heelal! (Guus Vleugel: Meisje uit de provincie in het Magies Sentrum, 1972)
... zij trok meer en meer naar het Amsterdam dat uitgeroepen was tot ‘Magisch centrum’ van de wereld. (Dirk Ayelt Kooiman: Montyn, 1982)
Het magies centrum is verworden tot ‘Mijn Eerste Goocheldoos’ waarvan de familie alle truukjes al gezien heeft. (Oor, 05/10/85)
Theo en zijn vriend ontvluchtten magisch centrum Amsterdam en weken uit naar Zandvoort. (De Volkskrant, 27/01/89)
