Gepubliceerd op 21-06-2017

Zeik

betekenis & definitie

zie ook dat maakt mij de pis/pies niet lauw:

1 in de - nemen,/zetten; door de - halen, bedonderen, voor de gek houden. Ook wel ‘belachelijk maken; afkammen’. Informele uitdr., wellicht afkomstig uit Rotterdam (o.a. vermeld in Oudenaarden 1986).

... een man met een snor werd in de zeik gezet omdat hij een lui was. (Rinus Ferdinandusse: De bloedkoralen van de bastaard, 1971)

Paul de Leeuw kan als cabaretier hard uit de hoek komen, als ‘typetje’ in Snelbinder volstrekt maf doen en als ‘Lieve Paul’ de boel behoorlijk in de zeik nemen. (Club, april 1987)

Gaan die gasten nooit naar de kroeg? Nemen zij elkaar nooit eens in de zeik? (Oor, 12/12/87)

Met dat melige willen we heel Nederland, alle kijkers en luisteraars, in de zeik zetten. (Oor, 26/03/88)

Als je werkt op de manier zoals Felix Meurders vroeger platen in de zeik nam... (Nieuwe Revu, 14/04/88)

Mijn collega slikt dat misschien nog wel, dat is een goedhartig mens, maar mij neem je niet in de zeik! (Bert Hiddema: Dubbele mandekking, 1988) ... je laat haar niet in de zeik zetten door een stel van die kakgosers en hun wijven. (Kees van der Pijl: Esprit de Corps, 1989)

Hij nam me gewoon een beetje in de zeik en dat kolérewijf maar gluiperig lachen. (Haring Arie: De Sarkast, 1989)

Heb je je voor niets in de zeik laten drukken? (Maarten ’t Hart: De unster, 1989)

Het gekke is, hoe meer ik word tegengewerkt, in de zeik genomen, in de rug geschopt, des te meer motivatie krijg ik om dóór te gaan. (Het Parool, 23/11/91)

2 over de - zijn/gaan van iets/iemand; er/ergens de - over inhebben, walgen, de buik van vol hebben van iets, iemand; kwaad worden om iets, op iemand. Syn. over de rooie gaan (van iets/iemand). Oorspr. soldatenslang; tegenw. een informele uitdr.

Abba maakt het omdat zijn publiek (voornamelijk bestaande uit oude geilaards van mijn leeftijd: 37) nooit zeker weet van wie ze nou het meest over de zeik zijn, van die blonde of van die donkere. (Oor, 09/03/77)

Laatst had Henk van der Meijden weer eens een verhaal, waarin stond dat de Dolly Dots in het begin gebruik hebben gemaakt van koortjes, waar anderen in zongen. Nou klopt het, dat er bij onze binnenkomst een band gereed was met koortjes. Daar ging ik vreselijk van over de zeik. (Nieuwe Revu, 22/09/88)

Voor een trainer is dat erg frustrerend. Ik weet van mezelf, en dat is echt niet opschepperig bedoeld, dat ik de kwaliteiten heb om een topclub te leiden. Daar lullen ze geen uren over een halve ton, zoals hier in het geval Wilsterman. Hier uren. En tenslotte mag je ’m nog niet halen. Daar heb ik nog steeds ontiegelijk de zeik over in. (Aktueel, 30/01/92)

Als dank kreeg ze scheldbrieven van onbekenden die volledig over ‘de zeik’ gingen van die vorm van huisvredebreuk. (De Volkskrant, 31/01/92)

Als je verkeerde sokken droeg, kreeg je op je kloten. Verkeerde schoenen? Ging er weer iemand over de zeik. (Sport International, mei 1992)

Ik ben zwaar over de zeik! (Webber, december 1994)