Gepubliceerd op 21-06-2017

Halfje

betekenis & definitie

op het - zitten

uitdr. uit de prostitutiewereld voor ‘het bedrijven van prostitutie onder voorwaarde dat men de helft van de verdiensten afstaat aan de waard in van een etablissement, die meestal zelf prostituee geweest is’. Syn. op de helftgaan.

Meestal zit ze op haar stoel voor het raam en kijkt, want beneden in het keldertje wordt ‘gepeesd’: daar ontvangen de meisjes hun klanten in wisselende diensten. Ze zitten ‘om het halvie’ zoals dat heet. (A.C. Baantjer: Doden spreken niet, 1981)

Gewoonlijk gaf de prostituée de helft van haar verdiensten aan de waardin af, het zogenoemde ‘op het halfje zitten’. (F.A. Stemvers: Meisjes van plezier, 1985)

Er is hier haast niet één meisje die nog een vent heeft, nee hoor, de meesten hier zitten op een halfje. Wat is dat? Nou, die dragen de helft van wat ze verdienen af aan degeen van wie het peeskamertje is. Maarten ’t Hart: De unster, 1989)