een - ei
een raar iemand; een zonderling. In de jeugdtaal is een eiook ‘een domoor’ of ‘een halfzacht persoon’ (meestal een man, zelden van toepassing op een vrouwelijk iemand).
Bij Veronica vonden ze hem een raar ei, maar het was een heel leuk programma. (HP/De Tijd, 29/10/93)