Gepubliceerd op 21-06-2017

Tabernakel

betekenis & definitie

iemand op zijn - geven

hem een pak slaag geven, hem afstraffen. Informele uitdr. De tabernakel was een verplaatsbare tempel, een tent, waarin na de uittocht uit Egypte de erediensten der joden werden gehouden. Het menselijk lichaam wordt in Korintiërs 5:1 ‘de aardse tent, waarin wij wonen’ genoemd.

... wie mijn uit me davits wurremt, mag niet mop- pere as-ie de volle pittigheid van me tabernakel over z’n toermentasie krijgt! (Jan de Hartog: De maagd en de moordenaar, 1972)

tachtig van iets hebben, marineslang voor ‘meer dan genoeg van iets hebben’. De herkomst is niet meteen duidelijk. O.a. opgenomen door Harmsen.

tagus zijn van iets/iemand, gek, dol zijn van iets, iemand. Bargoense uitdr. Herkomst onbekend.

... mijn secretaresse was helemaal ‘tagus’ van die groep. (Oor, 27/06/87)