Gepubliceerd op 21-06-2017

Way

betekenis & definitie

no way !, ik denk er niet aan; dat gaat niet door. Ook als modieuze uitdr. van ongeloof: ‘dat meen je niet’. Jeugdtaal jaren tachtig.

No way datje mij die depri tent inkrijgt, amigo. (Haagse Post, 19/09/87)

Wat?! Gaat Simply Red de hit van doctorandus P. ‘Knolraap, Lof, Schorseneren en Prei’, soms in het Engels uitbrengen? No way. (Muziek Express, april, 1988)

Een megaster die een paar dagen in ons land bivakkeert zonder dat ook maar één iemand daar iets van af weet. No way! Ónmogelijk! (Muziek Express, september 1988)

Maken wij dan plaats? Gaan wij vrijwillig aan de kant om de nieuwe generatie een kans te geven?

No way! De twintigers onder ons hebben zelf al het gevoel dat ze amper aan de bak komen. (Nieuwe Revu, Z8/06/95)