Gepubliceerd op 21-06-2017

Patat (patatje):

betekenis & definitie

1. als voorvoegsel heeft patat de bet. gekregen van ‘slap, niet serieus’.

Vrije wandelaars zijn geen patatrecreanten. (Utrechts Nieuwsblad, 12/07/93)

2. ga -ten planten,loop naar de pomp.
3. iemand een - geven,wielerslang voor het ongeoorloofd van koers veranderen in een sprint, zodat de tegenstander hard in de remmen moet knijpen. Eigenlijk ‘iemand een dreun geven’.
4. -je oorlogslang voor een zakje patates frites met uien, satésaus, mayonaise en/of tomatenketchup. Vnl. in het taalgebruik van jongeren. Zie ook 5.

De muziek smaakt naar ‘junkfood’ uit een héle snelle snackbar. Patatje oorlog en frikandel mét. (Vrij Nederland, 12/11/88)

Ze zouden nog beter een ‘patatje oorlog’ kunnen bestellen bij de eerste de beste snackbar... (NRC Handelsblad, 13/07/89)

Iedereen schreeuwt of praat op een manier die in overeenstemming is met wat ze in hun hand houden: patatje oorlog. (Gerrit Grobben: Wolfram, 1989)

‘Patatje Oorlog,’ zo sprak de gerant ijzig, ‘staat niet op de kaart bij ons.’ (Donald Olie: De billen van Yvonne, 1990)

Over drie eeuwen zal het niet meevallen te achterhalen hoe een ‘patatje oorlog’ precies was samengesteld, of wat de karakteristieke smaak uitmaakte van een ‘broodje open been’. (Elsevier, 02/03/91) Ergo, ik zoek naar een symbiose, moeilijk woord Ronald, tussen platte en verheven zaken. Tussen doucheschuim per drie liter en Novecento. Tussen Geerten Gossaert en Ruby uit de Cosby Show. Tussen Plato en patatje oorlog. (Ronald Giphart: Ik ook van jou, 1992)

In het ‘petit-restaurant’ - waar, zoals overal, met fiches betaald moet worden - vinden de patatjes oorlog en hamburger-speciaal gretig aftrek. (Het Parool, 22/02/92)

5. -jevrede/ziekenhuis,hetzelfde als 4, maar dan zonder al de extra calorieën.

Voor de jongere tieners bestond de eetcultuur tijdens een avondje ‘stad’ in de jaren zeventig vooral uit de snelle hap. Die was dan ook ampel voorradig in de vele snackbars, de overal verschijnende pizzeria’s, de zich snel vermenigvuldigende ham- burgerzaken en de talrijke shoarma-tentjes. Het patatje-mèt (eventueel patatje-oorlog, patatje-spe- ciaal, patatje-ziekenhuis of patatje-warm-vlees) bleef populair, maar kreeg gezelschap van meer uitheemse lekkernijen als saté, sjaslik, roti, falafel of taco. (Ed van Eeden en Peter Nijssen: Jong in de jaren ’yo. Tijdsbeeld van een generatie, 1993) Tenminste één snackbarhouder heeft een verzoenend gebaar willen maken. Als antwoord op het ‘patatje oorlog’ heeft deze Groninger het ‘patatje vrede’ bedacht - friet met een dubbele portie, vroeger uitheemse, knoflooksaus. Zijn commentaar: ‘Als je dan thuiskomt krijg je de oorlog er gratis bij.’ (Elsevier, 02/07/94)

6. zijn -ten afdraaien,zich afsloven, hard werken. Slanguitdr., overgewaaid uit Vlaanderen en in Nederland bijna uitsluitend in de wielersport gebruikt.

Voor het bescheiden salaris van 8000 Belgische frank, toen iets meer dan 500 gulden, moest hij zijn ‘patatten afdraaien’ voor de nieuwe kannibaal van de wielersport. (Course, oktober 1989)

patatgeneratie, pejoratieve ben. voor jonge sportlui die veel ongezond voedsel (patat,

hamburgers enz.) gebruiken en daardoor slechte prestaties leveren. Deze term werd begin jaren tachtig gelanceerd door de vroegere Ajax-trainer Leo Beenhakker, volgens eigen zeggen niet in de pejoratieve zin waarin het algemeen werd opgevat. De patatgeneratieis het modern equivalent van wat men vroeger de Jan Salie-geestnoemde (zie Jan Salie).Meer algemeen ook van toepassing op de generatie jongeren die bijna alles gekregen heeft zonder er veel voor te doen. Deze jeugdige personen zijn alleen gericht op materiële zaken en willen daar desnoods hun ouders voor uitkleden, interesseren zich nauwelijks voor politiek en zijn op alle vlakken uitermate verwend. Vgl. ook Generatie Nix.

Patatgeneratie, daar heb je weer zo’n voetbal- woord dat kant noch wal raakt. Alsof wij geen patat aten? Als Richard Witschge alle patat nog zou moeten eten die ik vroeger naar binnen heb gewerkt, was hij in één klap niet meer zo’n spille- poot. (Nieuwe Revu, 28/12/89)

Wassenaar zegt niet verontrust te zijn door de verhalen van vooral Ajax-trainer Leo Beenhakker over de ‘patat-generatie’, waarmee jonge voetballers worden bedoeld die onder meer ongezond eten: kroketten, hamburgers en patatjes-met. (NRC Handelsblad, 12/01/90)

Beenhakker noemde de jongeren [bedoeld worden de jonge voetballers] de ‘patatgeneratie’. (Vrij Nederland, 17/02/90)

Leo lacht in elk geval iedereen uit wanneer hij met de patatgeneratie gewoon even kampioen wordt. (De Volkskrant, 14/04/90)

Richard Witschge gaat zes keer anderhalf miljoen per jaar verdienen. Aanvoerder van patatgeneratie valt met zijn neus in de mayo. (Sport International, augustus 1991)

In dit over het paard getild koopmanstadje, waarin de patatgeneratie het voor het zeggen heeft... (Oor, 24/08/91)

Ik ben het roerend eens met Leo Beenhakker. AM VJ heeft ook een ‘patat-generatie’. (Het Parool, 09/11/91)

We hebben bij Ajax, onder Beenhakker, ook zo’n fase gehad. Jong tegen oud. Jong vond dat oud te weinig deed, oud vond dat jong te gemakzuchtig was. Het was in de tijd van de patatgeneratie, het klikte gewoon niet. (De Volkskrant, 06/02/93) Maar heeft iemand Bennie Muller of Johan Nees- kens ooit in een koersbroek gezien? Het is typisch een hulpstuk voor de patatgeneratie. (HP/De Tijd, H/05/93)

Nederland geen talenten? Wat een geleuter. Hij rilt van het woord patatgeneratie. (Algemeen Dagblad, 30/10/93)

Toen ik kwam, toen ik gevoetbald had en ik als trainer begon, was de mening in Nederland zo’n beetje: de patatgeneratie, die gasten kunnen er niets van, en noem maar op. (Vrij Nederland, 08/01/94)

In 1984 zond het NOC een hele nieuwe generatie ‘sterren’ naar Sarajevo: de pre-patatgeneratie. Hilbert van der Duim, de stille Yep Kramer, de niet veel pratende Frits Schalij, boerenzoon Geert Kuiper, Jan Ykema, de talentvolle Hein Vergeer en dikbil Robert Vunderink. Dit gezelschap zorgde voor nul medailles. (Nieuwe Revu, 09/02/94)

Ex-bondscoach Leo Beenhakker heeft de huidige generatie voetballers eens de patatgeneratie gedoopt. Een eenzijdig dieet is niet bevorderlijk voor het leveren van fysieke topprestaties, maar een belangrijkere oorzaak voor het slappe verzor- gingsstaatvoetbal is van stedebouwkundige aard. (NRC Handelsblad, 01/07/94)

De disco- en patatgeneratie werd niet, zoals hun ouders, grootgebracht door de militaire hand van de eerste generatie. (Vrij Nederland, 15/10/94)

Het cyclisme kent geen patatgeneratie. (Trouw, 23/06/95)

De jonge renners kunnen niet doorbijten. Hebben geen zelfkritiek, vechtlust, eergevoel, karakter, uitstraling, discipline. Het woord ‘patatgeneratie’ is al gevallen - sinds Beenhakker de verzamelterm voor ‘verwende jeugd’. (Vrij Nederland, 01/07/95)