Gepubliceerd op 21-06-2017

Deuk

betekenis & definitie

1. een - maken,iets presteren (vaak op een indrukwekkende manier). Ook in de ontkennende vorm ergens geen deuk mee maken‘ergens niets van terecht brengen’. Slanguitdr. Vaak ironisch, zoals in daar zulje een deuk mee maken. Kopstem?? Dikkertje Dap?? Jezus, daar zullen we een deuk mee maken. (Popfoto, februari 1987)

Die zwerver maakt in de Nederlandse eredivisie absoluut geen deuk. (De Volkskrant, 23/02/91) Kwaliteitsmetal zal dit jaar weer van vele podia klinken (drie dagen Dynamo Open Air!) en 5 White Zombie zal, na eerdere verwoede hype-pogin- gen van Geffen, echt een deuk gaan maken. (Oor, 28/01/95)

2. geen - in een pakje boter kunnen rijden/schoppen/ slaan enz.,niets kunnen presteren; onhandig zijn; stuntelen. Er bestaan talrijke grappige varianten, zoals geen deuk in een pakje Kerstboter/ een zak bonen/een pakje Zeeuws Meisje enz. rijden enz.Alhoewel de uitdr. al dateert uit de jaren zestig (misschien zelfs vroeger), drong ze slechts laat door in de gevestigde woordenboeken. In de 29e druk van het Koenen handwoordenboek(1992) wordt ze voor het eerst vermeld. Hier luidt de uitleg ‘fysiek zwak zijn’. Inez van Eijk maakte er al veel eerder melding van in haar leuke boekjes over clichés en stoplappen (Ik zeg maarzo, ik zeg maar niks,1978). Ook ik nam deze uitdr. reeds op in mijn Wielerwoor- denboek(1989). Ze blijkt dan ook erg in zwang onder wielrenners.

Hij zelf was een magere kreukelaar die amper een deuk in een warm pakkie boter kon slaan... (Haring Arie: Recht voor z’n Raap, 1972)

Jij! Jij kunt nog geen deuk slaan in een pond boter, riep ze eens tegen hem. (Simon Carmiggelt: Mooi weer vandaag, ongedateerd)

Vreemd genoeg kan Cheap Trick al jaren geen deuk meer in een pakje boter slaan. (Oor, 29/11/86) Dat een slapjanus zich een air durft aan te meten, en doet alsof hij een hele meneer is, terwijl hij nog geen deuk in een pakje boter kan slaan, daar kan je ze kwaad mee maken. (Hans Moll: De hoeken van de ring, 1987)

TROS-collega Cees de Daas verzuchtte laatst nog plastisch, datje tegenwoordig met een programma als ‘Jonge Mensen op het Concertpodium’ (AVRO) nog geen deuk in een pakje boter kon schoppen. (Haagse Post, 26/03/88)

Sammy Hagar zelf bokst nog zelden. Naar eigen zeggen slaat hij geen deuk meer in een zak bonen. (Nieuwe Revu, 20/10/88)

‘Theorie,’ zegt een jongen die Aris heet. ‘Wat heb je daar nou aan als je niet eens een deuk in een pakkie boter kan slaan.’ (Gerrit Grobben: Wolfram, 1989)

Ofschoon Van Vliet het afgelopen seizoen nog geen deuk in een pakje boter wist te rijden... (Haagse Post, 28/01/89)

Nederlanders zijn raar en zachtaardig. Met watje in Nederland aan vuurwerk kunt kopen krijg je nog geen deuk in een pakje echte boter. (Vrij Nederland, 26/01/91)

Aangezien hij zich bij voorkeur ophoudt in het gezelschap van renners die zo kapot zitten dat ze geen deuk meer in een pakje boter kunnen fietsen, zal hij zeker weer van de partij zijn als de Tour-ka- ravaan zich zaterdag en zondag moeizaam over de Alpen worstelt. (Humo, 16/07/92)

Verder heeft hun op BAP lijkende mainstream- rock weinig om het lijf, maar in ieder geval meer dan de slappe rock die Clouseau ons voor de afwisseling in het Engels voorschotelt. Kunnen Koen Wauters c.s. nog geen deuk in een Zeeuws Meisje slaan, Foreigner lukt dat met een op het oude nest teruggekeerde Lou Gramm wel degelijk. (Oor, 04/09/93)

3 in een - liggen,ontzettend hard moeten lachen; uitbundig plezier hebben; zich bescheuren. Vooral in het taalgebruik van jongeren. Dezelfde beeldspraak als in de hiermee verwante uitdr. dubbel liggen van het lachen.

... hij lag voortdurend in een deuk van het lachen. (Donald Olie: Pietje Bell op discosokken, ongedateerd)

... ik lig meerdere malen per dag in een deuk om mezelf. (Vinyl, december 1987)

We hebben dagenlang in een deuk gelegen tijdens het voorlezen en selecteren. (Club, januari 1988)

Het mannetje haalt z’n neus nu extra royaal op en zegt: ‘Haal op die wekker. Snot is lekker.’ Sam in een deuk. (Joost Zwagerman: Gimmick, 1989)

In Engeland liggen ze in een deuk als ze een doorsnee rockbandje uit Nederland horen. (HP/De Tijd, 24/01/92)