Gepubliceerd op 21-06-2017

Hand (handje)

betekenis & definitie

zie ook heb je zere handjes; houten handen hebben met enkel duimen:

1. de- aan zichzelf slaan,eufemisme voor ‘masturberen’ (zie tweede en derde citaat). Bet. echter ook ‘zelfmoord plegen’ (eerste citaat).

De hoeve van de man ‘die de hand aan zichzelf had geslagen’ bleef jarenlang leeg. (Ton Anbeek: Sisyfus verliefd, 1990)

En als je haar ter ontmoeting een handje geeft, schiet toch ergens in je achterhoofd hoe je een kwart eeuw geleden, als tienjarig vroegrijp pubertje de kamer van je broer binnensloop, met rode oren de gulp van je broekje loswriemelde en de hand aan jezelf sloeg, tijdens het draaien van steeds dat ene kreunstukje uit ‘Hot Sand’, de B-kant van ‘Venus’. (Nieuwe Revu, 09/03/94)

Pin-up model Betty Page was een schatje, zelfs als haar vaste fotograaf Irving Klaw haar portretteerde met een zweepje in de hand. Mannen die bij de beeltenis van Betty de hand aan zichzelf sloegen moeten vooral zijn overmand door een intens gevoel van ‘gezelligheid’, zo guitig blikte zij in de lens. (Oor, 07/05/94)

2. de-op de knip houden,geen geld uitgeven; zuinig zijn. Knip is een klank nabootsend woord voor ‘vingerslag’ of‘losspringende spannende veer5. Vandaar is het ook een aanduiding van een voorwerp dat met een veer dichtgaat, bijv. een portemonnee met zulk een sluiting. Een variant op deze uitdr. is de knip op de beurs houden.

Bovendien, toen het Congres de hand op de knip wilde houden omdat het tegen Amerikaanse hulp aan de Contra’s in Nicaragua was, riepen diezelfde conservatieven dat het buiten zijn boekje ging door zich in het buitenlandse beleid van de president te mengen. (Het Parool, 05/01/90)

Volgens ingewijden heeft hij toen indruk op That- cher gemaakt door de hand op de knip te houden en toch geen vijanden te maken. (De Volkskrant, 23/11/90)

3. een -je drukken,Bargoense uitdr. voor ‘meehelpen’. Iemand een handje geven bet.dan weer ‘hem of haar waarschuwen’.

... ze heit ’m niet bijtijds een handje gegeve (gewaarschuwd) en toen was ie d’r gloeiend bij: Zes maande! (Justus van Maurik: Toen ik nog jong was, 1901)

4. - van de bank,het vlees is verkocht, schertsend gezegd tegen iemand die toenadering zoekt tot een verloofd meisje of een gehuwde vrouw. Ook wel handen van de koets.Het WNT citeert naast een i6de-eeuwse bron (Everaert) ook nog Bredero (1615): ‘Hangt vande banck (seyd’ ick) jongen ’t vleys is verkocht.’ De Duitse volkstaal kent sinds ca. 1920 de waarschuwing Hand vom LocM,waarbij Lochstaat voor ‘vagina’.
5. iets -en en voeten geven,iets tot stand brengen; het vaste vorm geven; het nader uitwerken. Zo zegt men ook van iets dat waardevol en bruikbaar is, dat het handen en voeten heeft.Overgenomen uit het Duits: Hand und Fuss haben(bijv. van een plan: ‘goed in elkaar zitten’), waar de uitdr. al in de 19de eeuw gebruikt werd.

Een dergelijke ingrijpende operatie zal volgens de minister eerst ‘handen en voeten’ moeten worden gegeven. (Trouw, 04/11/94)

In het ‘Nieuwsblad van het Noorden’ kondigde Rood onlangs aan dat haar uitgever interesse toont om het initiatief handen en voeten te geven. (Vrij Nederland, 18/03/95)

Wij geven het grondrecht dat een ieder recht heeft op rechtsbijstand, handen en voeten. (HP/De Tijd, 21/04/95)

We hebben er een kleine honderd jaar over gedaan om deze positie in een hanteerbare constitutionele vorm te gieten. Dat wil zeggen, om het leerstuk ‘de Koning is onschendbaar en de ministers zijn verantwoordelijk’ handen en voeten te geven. (Elsevier, 25/03/95)

6. op het-je vliegen,onder piloten een slanguitdr. voor ‘vliegen op de automatische piloot.
7. van het-je,een verouderde uitdr. voor ‘NSB’er’ (zie eerste citaat). Volgens Van Lennep is dit een voorbeeld van ‘goed’ taalgebruik tijdens de oorlog. De uitdr. werd enkel gebruikt door ‘goede’ Nederlanders. Verwijst naar het salueren met de rechterhand door NSB’ers.

Van het handjebet. echter ook ‘homofiel’ (tweede, derde en vierde citaat). Komt van het gebaar waarmee men homo’s pleegt aan te duiden, het slaan met de vingers van de ene hand op de rug van de andere. Zie ook handjeruig; handjeklap; van de hats-flats; van de klets-klets; van de knuf-knuf.Het Duitse slang gebruikt hiervoor o.a. de uitdr. linksrum.

Die zijn vast allemaal van ’t handje. (Theun de Vries: Het meisje met het rode haar, 1956)

‘O, is-ie geen kerel? Die flikflooi. Ik zal hem leren met zijn poten van mijn kinderen af te blijven.’ ‘Nee,’ wierp mijn vader tollend tegen, ‘hij is niet van het handje.’ (Koos van Zomeren: Het verhaal, 1986)

Ik verenigde twee dingen in me die absoluut niet konden: ik was van het houtje (tekent een kruis op de borst) en ik was van het handje (wappert met slap handje). (Gerard Reve, in: De Morgen, 11/02/94)

8. zeg maar dag met je -je,zie daar maar vanaf; dat krijg je niet; dat gaat niet door.

Naar de andere bleef het overigens tevergeefs duiken. Kreeg langzamerhand kramp van de kou en kon wel ‘dag met het handje’ zeggen. (Ben Borgart: De vuilnisroos, 1972)

9. zijn - overspelen,te ver gaan; te veel eisen stellen (bij onderhandelingen), te veel wagen. Deze modieuze uitdr. werd ontleend aan het Engels: to overplay one’s hand,en duikt de laatste tijd vooral op in het politieke milieu.

Het zou niet de eerste keer zijn dat een Sowjet- Russische partijsecretaris zijn hand overspeelde en, terugkomend van een buitenlandse reis, bijvoorbeeld niet door het voltallige Politburo van het vliegveld wordt gehaald, maar door de geheime dienst KGB. (Trouw, 01/10/88)

Een staatsman stuurde doelbewust op een afrekening aan, of overspeelde al bluffend zijn hand, of meende dat aanval de beste verdediging was. (Het Parool, 11/08/90)

Als het CDA zijn hand overspeelt, kan dat paradoxaal genoeg wel eens tot de vorming van de eerste coalitie zonder confessionelen sinds 1918 leiden. (Vrij Nederland, 18/04/92)

Toch wil Wöltgens, zonder zijn hand te overspelen, in de laatste anderhalf jaar voor de verkiezingen de PvdA-fractie wat meer profiel geven. (Elsevier, 24/10/92)

10. zijn -jes laten wapperen,beginnen te werken. Cliché-uitdr.

Is het inzicht doorgebroken datje, om in je weelde te kunnen baden, je handjes moet laten wapperen. (Haagse Post, 22/11/86)

Laat jouw Koos waarachtig zijn handen wapperen? (Helga Ruebsamen: Op Scheveningen, 1988)