Gepubliceerd op 21-06-2017

Aangekleed

betekenis & definitie

1. aangeklede draadnagel/lantaarnpaal/kapstok/ strijkplank/spijker/tuinslang/voorloop, spottende benamingen voor een mager persoon. De uitdr. kan zowel op een man als een vrouw slaan. Wellicht bestaan er nog veel meer varianten. De aangeklede voorloop komt uit het ha- venj argon. De voorloop of voorloper is een stuk kabel dat aan het anker zit, vooral gebruikt bij zware storm. In het homojargon kent men de aanduiding aangeklede spijker voor een erg magere homojongen, een anemisch type Qoustra).

Ze wordt spottend Tarzan genoemd of een aangeklede spijker. Met haar lengte van 1.70 meter en een gewicht van 54 kilo is Vanessa van Dijk de spriet van de nationale wielerselectie. (NRC Handelsblad, 25/08/89)

2. - gaat uit, spottend gezegd van iemand die met zijn mooiste kleren loopt te pronken, die zich op een overdreven wijze opdoft. De uitdr. impliceert ook dat de persoon in kwestie eigenlijk volstrekt onbelangrijk is en dat hij zijn werk ondertussen laat liggen. Reeds opgenomen door Harrebomée. Volgens Beem zou de uitdr. ontleend zijn aan het Jiddisch.

Mot ik niet hebben, zo van Mientje lekker naaien en Meneer as ‘aangekleed gaat uit’ de straat op ... (Albert Mol: Wat zien ik..., 1988)

Een zelfportret met bloemen en neptieten. Gaat Aangekleed uit? (René Stoute: Het grimmig genieten, 1991)

3. met iemand-, zie met iets,/iemand aangejurkt/ aangekleed.