Gepubliceerd op 21-06-2017

Echt

betekenis & definitie

1. - wel,in de jongerentaai een veel gebruikte stoplap om aan te geven dat men met iets zijn instemming betuigt. Echtin de zin van ‘fijn, leuk’ komt al voor in de Rotterdamse jeugdtaal van het begin van deze eeuw. Oudenaarden 1986 citeert bijv. Chr. van Abkoude, auteur van de Pietje Bell-reeks en ‘Bob-zonder-zorg’. Daarin komen ook verschillende syn. voor van echt,de meeste afkomstig uit het Hebreeuws: gers; emmes; kedijienz. Tegenwoordig is echtin deze bet. allang verdrongen door meerdere syn., zoals onwijs; wreed; heftig,maar de uitdr. echt welkent teg. een geweldige populariteit. Onder studenten en scholieren is ook de ontkennende vorm echt nietgebruikelijk als uitdr. van ongeloof.

En ervaring, dat is belangrijk als je beroemd wilt worden. Echt wel. (Haagse Post, 21/11/87)

’t Is wreed, ’t is wreed, echt wel. (Haagse Post, 21/11/87)

Hip Hop is wreed, echt wel. (Popfoto, februari 1988)

2. -e mannen... niet,met allerlei werkwoorden gecombineerd, als schertsende maatstaf voor iemands mannelijkheid; bijv. echte mannen huilen niet,met een heleboel varianten, de één nog gekker dan de ander. Deze populaire wijsheid werd wellicht ontleend aan de titel van een Engels boek, Real men don’t eat quiche(1983) van een zekere Bruce Feirstein, op zijn beurt dan weer een parodie op een Amerikaanse film uit 1981, ‘Dead men don’t wear plaid’. Echte mannen huilen niet. Ik ben dus geen echte man. (Playboy, mei 1985)

Echte mannen bellen niet. (De Morgen, 09/04/96) Echte managers huilen niet. (Nieuwe Revu, 23/10/9 6)

3. wil de-e... opstaan,schertsende uitroep wanneer getwijfeld wordt aan de echtheid van iemand, of wanneer een persoon met een zekere reputatie niet meer weet te overtuigen. Ontleend aan het populaire spelprogramma ‘Wie van de drie’ (door de AVRO in 1963 gestart en gebaseerd op het Amerikaanse concept ‘To teil the truth’). Het panel, dat bestond uit Mar- tine Bijl, Guus Oster, Albert Mol en Sonja Barend, moest raden welke van de drie mededingers een bepaald beroep uitoefende en de andere twee leugenaars betrappen. Aan het eind kwam dan steeds het verzoek wil de echte ...opstaan?Ook in het Engelse taalgebied werd, mede door de enorme populariteit van het televisiespel ‘To teil the truth’, will the real... please stand up?een gevleugelde uitdr. In 1984 zei de Amerikaanse actrice Elizabeth Taylor nog Im still trying to find the real Elizabeth Taylor and make her stand up.’

Ooit was hij een links-radicaal, maar hij dreef zijn geloofsgenoten van toen de partij uit. Wilde de echte Neil Kinnock opstaan? (De Volkskrant, 11/04/92)

Tegen AVRO-coryfee Herman Emmink (‘wil de echte leeuwentemmer opstaan?’) grapte hij eens: ‘Vroeger werden accenten eruit getimmerd. Tegenwoordig krijg je er een vaste aanstelling door.’ (HP/De Tijd, 28/08/92)

Sirex model 586. Wil de echte 586 opstaan? (Computerinfo, april 1995)

Wil de echte Berlijner nu opstaan? (De Morgen, 25/10/95)

‘Wil de echte David Bowie opstaan?’, was in de jaren zeventig en tachtig een veelgehoorde vraag. (Humo, 05/12/95)

De komende vier jaar moet een soort ‘Wie van de Drie in het Witte Huis’ opleveren. Met als cruciale vraag: wil de echte Bill Clinton opstaan? (Elsevier, 09/11/96)