voor - liggen/staan enz.; iets voor - doen
belachelijk zijn; voor aap staan; iets doen dat volkomen nutteloos is. Vgl. voor joker zitten/staan/lopen;‘Jan’ zal in een later stadium aan ‘joker’ toegevoegd zijn ter intensivering; vgl. ook het al veel oudere erbij staan als Piet Snot.Een Jan Jokeris tevens een slappeling; een doetje. Zo iemand noemt men ook wel een Jan Jurk.
En dan al die complimenten, het deed me zó goed, eindelijk kon ik het publiek laten zien dat ik niet voor Jan Joker naar Ajax ben gekomen... (Het Parool, 15/02/92)
Dan vertrouwt hij daarop ook volledig en gaat blind naar de favoriete hoek waarin de speler zijn strafschop neemt, met het risico dat hij ‘voor Jan Joker ligt’. (Esquire, mei/juni 1992)
Veel mensen die door het rood licht rijden doen dat doorgaans buitengewoon verstandig, althans, ze doen het op momenten dat ze inzien dat ze voor Jan Joker staan te wachten. (Vrij Nederland, 17/12/94)
