Gepubliceerd op 21-06-2017

Halfblans

betekenis & definitie

gek, niet goed wijs. Bargoense uitdr. Volgens Endt en Frerichs, die J. Wolthuis (‘Amsterdamse woorden’, Vragen van den dag, 1919) citeren, wellicht op te vatten als ‘maar een halve blank (een oud muntstuk van 3 dui- ten) op zak hebben’.

Een halfblanks heernoemde men destijds iemand die zich als heer voordeed, maar die in feite niet veel in de melk te brokkelen had. Bij de betekenisontwikkeling tot ‘gek’ kan dan geassocieerd zijn met balans in de zin van ‘evenwicht’.