Gepubliceerd op 21-06-2017

Pampus

betekenis & definitie

voor - liggen

in zwijm liggen; stomdronken zijn; doodop, totaal uitgeput zijn. Op pampus zittenbet. iets heel anders, nl. ‘in grote moeilijkheden verkeren’. Een gemeenschappelijk element is evenwel ‘een gevoel van onmacht’. Deze uitdr. verwijzen eigenlijk naar een grote zandbank die zich destijds in de Zuiderzee ten oosten van Amsterdam bevond. Schepen die te zwaarbeladen waren, konden de haven haast onmogelijk binnenvaren. Daarom lagen ze voor Pampus om te wachten op de komst van de vloed. Het probleem werd later verholpen door de aanleg van het Noordzeekanaal.

Vader ligt voor pampus in de voortent. (Neerlands Hoop: Ik voel me eenzaam op de camping, uit: Plankenkoorts, 1972)

... ’s ochtends lig ik voor pampus in mijn bed ... (Yvonne Keuls: Jan Rap en z’n maat, 1977)

Moet ik soms ook eerst door ziekte getroffen worden, en voor Pampus liggen, voordat ik op wat tedere persoonlijke belangstelling mag rekenen? (Ben Borgart: Een getekend mens, 1986)

De boer op de bok groette de fietsers kort en zei: ‘Waar jullie zin in hebben! Ik breng de stront thuis en dan ga ik voor Pampus.’ (Boudewijn Büch: Het dolhuis, 1987)

... je kunt hier geen uren voor pampus in je stoel liggen. (Elsevier, 15/06/91)

De anderen liggen voor pampus op de bedden voor het gebouwtje. (Nieuwe Revu, 26/07/95)