Gepubliceerd op 21-06-2017

Halfzeven

betekenis & definitie

op - staan/hangen

schuin staan, hangen, bijv. van de pet op het hoofd. Hij is half zeven bet. ‘hij is dronken’. Deze volkse uitdr. heeft wellicht te maken met het scheeflopen van een dronkaard. Al bij Harrebomée. Het WNT citeert een kinderrijmpje van Van Zeggelen: ‘Hei, in de Mei. En de muts op zij. En de muts op hallef zeven.’ De uitdr. komt ook voor bij Molema.

Zijn sokken hangen op halfzeven. (Helen Knoppen Een onfatsoenlijk afscheid, 1983) geen woord kon ik uitbrengen m’n bek op halfzeven wellicht. (Dirk Dufraing: Rock ’n’ Roll, 1989) Maar een strak kontje is toch ook heel belangrijk hoor. Als ie zo’n hangkont heeft met z’n broek op half zeven, getver! (Webber, mei 1995)