Gepubliceerd op 21-06-2017

Nageboorte

betekenis & definitie

ze hebben de - in de wieg gelegd

schertsend gezegd van een zeer lelijk iemand. Een zielig persoon of een stumper wordt wel eens nageroepen met het invectief zielige nageboorte of wandelende miskraam (Hees- termans: Luilebol, 1989).

Godvergeme, snap je dat nog niet? D’r is een vergissing geweest in ’et kraambed. Ze hebben ’et kind weggegooid en de nageboorte in de wieg gelegd. Dat zie je toch zó! (A.M. de Jong: Frank van Wezels roemruchte jaren, 1928)

Riek schreeuwde terug dat ze zich door zo’n rotpooier niet liet beledigen en dat zijn moeder bij zijn geboorte het kind zeker had weggegooid en de nageboorte voor de baby had aanzien. (Nou en ... mijn leven op de walletjes. Door Riek verteld aan Jan A.L.M. Naaijkens, 1986)