Gepubliceerd op 21-06-2017

Aangeschoten

betekenis & definitie

1. lichtjes dronken. Ontleend aan de jagerstaal. Een dronkaard loopt onzeker en waggelend. Vermeld door het WNT evenwel zonder datering.

Theun was een beetje aangeschoten en lastig... (Haring Arie: De Sarkast, 1989)

2. - wild, deze uitdr. wordt vnl. gebruikt in politieke kringen m.b.t. iemand wiens reputatie geschonden is, die in een erg kwetsbare positie beland is. Oorspr. gezegd van wild dat zodanig aangeschoten werd dat het nog lopen kan maar toch een onzekere, waggelende gang vertoont. Mogelijk gelanceerd door wijlen Gijs van Aardenne, minister onder Van Agt.

In het dualisme stelt de volksvertegenwoordiging zich zelfstandig op tegen het kabinet, het schouwspel dat we meemaakten was een triomf van de heerschappij der partijen die op eigen houtje, zonder parlementaire inmenging, uitmaken of exemplaren van het ‘aangeschoten wild’ als Van Aardenne en Brokx al dan niet hun zetels kunnen blijven innemen. (Haagse Post, 01/11/86)

De partijvoorzitter mocht uiteindelijk als ‘aangeschoten wild’ blijven zitten, maar hij vertrekt nu toch, een halfjaar eerder dan gepland. (De Volkskrant, 06/04/91)

In de categorie aangeschoten wild belandden de ministers Van Aardenne, Van den Broek, De Korte en Deetman. (Elsevier, 09/04/94)