Gepubliceerd op 21-06-2017

Jan publiek

betekenis & definitie

het grote publiek; het volk. Cliché. Vgl. het Engelse JohnQ. Public.

Jan Publiek zwijmelde weg in de bioscoopfauteuil en bracht zijn geld naar de grote filmfabriek. (Jan Cremer: Logboek, 1978)

Ze trouwen, scheiden, vallen, sterven dat het een lieve lust is, maar Jan Publiek weet nog steeds niet of Lubbers een moord op zijn geweten heeft en of Wim Kok het met een slet houdt. (Battus, in: De Volkskrant, 24/07/92)