Gepubliceerd op 21-06-2017

Darm

betekenis & definitie

zie ook dun door de darm lopen; maak je geen zere darmen:

1. de-en leegrijden,wieleruitdr. die men wel eens opvangt tijdens de Tour de France: last hebben van buikloop, meer bepaald dysenterie (bloeddiarree, te wijten aan het verblijf in goedkope, maar niet altijd hygiënische Franse hotels). Grote wielerploegen hebben er doorgaans minder last van, omdat zij verblijven in de duurdere hotels.
2. de- vullen,informele uitdr. voor erg gulzig eten.
3. in zijn - dekken,platte uitdr. voor ‘gemeenschap hebben via de anus’. Vnl. in homofiele kringen. Een darmklimmerof darmtoeristis overigens een weinig vleiende benaming voor ‘een homoseksueel persoon’. Vgl. hier ook Duits Darmkitzler/-reiniger/-putzer.
4. zich de-en uit het lijf lopen,erg hard lopen. Volgens Van Dale(1992) een gewestelijke uitdr.