totaal uitgeput, aan het eind van zijn krachten. Oorspr. een sportuitdr.
In de kamer naast hem hoorde hij de zware ademhaling van Jantje. Uitgevloerd, dacht de soldaat ... (Jan Schilt: Soldaatje spelen onder de smaragden gordel, 1969)
Albert zit er uitgevloerd bij. (Nieuwe Revu, 05/12/91)