Gepubliceerd op 21-06-2017

Lam

betekenis & definitie

1. informele aanduiding voor ‘dronken’. Vgl. kachel. Vnl. Rotterdams. In de jeugdtaal bet. lam ook ‘vervelend, akelig, naar’.

Hij moet naar huis, maar hij wil niet met mij mee. Hij is helemaal lam. Dronken als een tor. (Rinus Ferdinandusse: Zij droeg die nacht een paars cor- set, 1967)

Ik snuffelde ook wel ’ns wat uit haar knip als ze lam was. (Haring Arie: Een leven aan de Amsterdamse zelfkant, 1968)

Enfin, een half uur later sluipen we het hotel uit naar het café, waar ze rustig kon zitten omdat die ouwe stamgasten haar toch niet kenden. Om twee uur is ze helemaal lam en om zeven uur moest ze weer in het hotel terug zijn. (HP/De Tijd, 10/02/95)

Eerst veel bier. En later een fles wodka. Ik was echt helemaal lam. (Webber, september 1995)

2. -me eend, ben. voor een zielige, meelijwekkende figuur. De eigenlijke bet. is ‘kreupele, invalide’. We hebben hier te maken met een leenvertaling uit het Engels (lame duck) die de laatste tijd met regelmaat opduikt in krantencolumns. In het Amerikaanse Engels wordt met lame duck ook een demissionaire ambte-naar of politicus aangeduid. Modieuze uitdr. Sinds die tijd beheert Gabor de natuur als lamme eend. Zonder elan en zonder dekking van Lubbers en Bukman moddert hij wat aan ... (Vrij Nederland, 12/12/92)

De sociaal-democraten zullen elkaar de tent uit vechten en in de ogen van het CDA niet erg ‘salonfähig’ zijn. Dat CDA moet dan kiezen uit twee lamme eenden: VVD of PvdA en een keizer zonder kleren (D66). (Elsevier, 17/04/93)