1. boven je - gaan, zijn zelfbeheersing verliezen (uit enthousiasme). Syn. boven zijn wimpers gaan. Jeugdtaal jaren tachtig.
2. opzijn - (lopen), dodelijk vermoeid (zijn). Informeel. Syn. afgebrand.
Komt die Hollander ’s avonds terug in dat kamp, op z’n wenkbrauwen zowat, hélemaal afgeknoe- deld, en die baas vraagt hoe het is gegaan. (J.A. Deelder: Drukke dagen, 1988)