Gepubliceerd op 21-06-2017

Laars

betekenis & definitie

1. een -geven, wegsturen. Vnl. jeugdtaal. z geen-, niets. Informele uitdr. Syn. geen fuck; geen makke; geen mallemoer.

Wat Heppner doen wil gaat ons geen laars aan. (Theun de Vries: Wieken tegen tralies, 1982)

3. zijn - vol hebben; een laars aanhebben, dronken zijn. Slanguitdr.