de - staat (bij haar) (nog) achter de kerk
gezegd van een vrouw die haar maandstonde heeft. Cliché. Vermeld door Mesters, maar al veel ouder (opgetekend in de 18de eeuw, in de klucht De Gewaande Weuwenaar). Een gelijkaardige uitdr. is het maandroosje bloeit.Er zijn talrijke synoniemen, zoals de (rode) vlag hangt uif, opoe (op bezoek hebben); tante (Betje) op bezoek/te logeren hebben. Van Dale (1992) vermeldt nog de zegswijze ’t is rosse maan‘er is ruzie in het huishouden’.