Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal is geschreven door I.M. Calisch (1864).
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal
I.M. Calisch (1864)
Definities en betekenissen van Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal
§
- § Arn
- § Arre
- § Bakkes
- § Begrijnen
- § Belabben
- § Belul
- § Bende
- § Bestemaat
- § Bestemoeder
- § Bestevaar
- § Beu
- § Bevingeren
- § Bruiheen
- § Danig
- § Diender
- § Dingstig
- § Dreet
- § Drol
- § Fep
- § Flap
- § Gatlikken
- § Gelletje
- § Gelul
- § Geniepig
- § Gewijd
Toon meer
/
†
- † A conto
- † A costi
- † A dato
- † A di
- † A jour
- † A meta
- † A part
- † A plomb
- † A point
- † A posteriori
- † A prima vista
- † A priori
- † A propos
- † A revoir
- † A tout prix
- † A uso, A usance
- † A vant la lettre
- † A vista
- † A vous
- † A vue
- † Ab
- † Ab intestato
- † Abaliënatie
- † Abanatie
- † Abandon
Toon meer
↑
- ↑ Aaloud
- ↑ Aantaal
- ↑ Aatmaal
- ↑ Am
- ↑ Amagt
- ↑ Ang
- ↑ Bazin
- ↑ Bedieden
- ↑ Bedunken
- ↑ Benedijen
- ↑ Beneenen
- ↑ Berd
- ↑ Bernen
- ↑ Bet
- ↑ Betijen
- ↑ Blaren
- ↑ Bokse
- ↑ Born
- ↑ Delecteren
- ↑ Delling
- ↑ Dorperheid
- ↑ Drecht, Trecht
- ↑ Droelen
- ↑ Droopen
- ↑ Drossaard
Toon meer
1
A
- A
- Aa
- Aaf, Ave
- Aagt
- Aai
- Aak
- Aakse
- Aal
- Aalbes
- Aalmoes
- Aalmoezenier
- Aalst
- Aalsvel
- Aaltolletje
- Aam
- Aamborstig
- Aan
- Aanbaffen
- Aanbeeld
- Aanbeeren
- Aanbei
- Aanbelang
- Aandacht
- Aandansen
- Aandeel
Toon meer
B
- B
- B-duur
- Ba
- Baadster
- Baai
- Baak
- Baal
- Baan
- Baander
- Baandraaijer
- Baar
- Baard
- Baarlip
- Baars
- Baarschap
- Baarsje
- Baarskom
- Baarvlies
- Baas
- Baat
- Baauwen
- Babbelaar
- Babbelguigjes
- Babijn
- Babilonisch
Toon meer
C
- C
- Ceder
- Cel
- Cellebroeder
- Cellist
- Cellose
- Cellulair
- Celplanten
- Cement
- Centenaar
- Chijl
- Chocolade
- Christelijk
- Christen
- Christus
- Cicero
- Cijfer
- Cijns
- Cilinder
- Cimbaal, Cimbel
- Cinders, Sinders
- Cingel
- Cinnaber
- Cipier
- Cipres
Toon meer
D
- D
- Daad
- Daags
- Daagsch
- Daagster
- Daal
- Daan
- Daar
- Dadel
- Dadelijk
- Dader
- Dag
- Dagblad
- Dagelijks
- Dagen
- Dageraad
- Dagge
- Daggeld
- dagger; Hesiteren
- Daging
- Daglicht
- Dak
- Dal
- Dalen
- Dam
Toon meer
E
- E
- Eb
- Ebben
- Echel
- Echo
- Echt
- Echteband
- Echten
- Echter
- Echtestaat
- Echtgemaal
- Echtheid
- Edder
- Edel
- Eden
- Edik
- Edoch
- Eed
- Eek
- Eêl
- Eelt
- Een, Eene
- Eend
- Eendenbout
- Eenderhande
Toon meer
F
- F
- Fa
- Faal
- Faam
- Fabel
- Fabriek
- Fakkel
- Falen
- Falie
- Familie
- Farizeër
- Faro
- Fatsen
- Fatsoen
- Fazant
- Februari
- Feeks
- Feest
- Feil
- Feit
- Fel
- Feloek
- Felp
- Femelaar
- Fenegriek
Toon meer
G
- G
- Gâ, Gade
- Gaaf, Gave
- Gaai
- Gaal
- Gaan
- Gaapster
- Gaar
- Gaard
- Gaarheid
- Gaarne
- Gaas
- Gaats
- Gaauw
- Gabel
- Gade
- Gader
- Gadeslaan
- Gading
- Gaffel
- Gagaath
- Gagel
- Gaillarde
- Gal
- Gala
Toon meer
H
- H
- Ha
- Haaf
- Haag
- Haai
- Haak
- Haal
- Haam
- Haan
- Haar
- Haard
- Haardoek
- Haardplaat
- Haarkam
- Haas
- Haast
- Haat
- Haauwtje
- Haft
- Hagchelijk
- Hagedis
- Hagel
- Hair
- Hak
- Haken
Toon meer
I
- I
- Iebenboom
- Ieder
- Iep
- Ier
- Iet
- Iets
- IJdel
- IJf
- IJk
- IJl
- IJm
- IJp
- IJs
- IJselijk, IJsselijk
- IJsselsteen
- IJvenboom
- IJver
- IJzegrim
- IJzel
- IJzen
- IJzer
- Ik
- Ikker
- Imme
Toon meer
J
- J
- Ja
- Jaagbaar
- Jaagster
- Jaar
- Jabroeder
- Jadder
- Jaden
- Jagen
- Jager
- Jagersbuis
- Jagt
- Jak
- Jakob
- Jakobieten
- Jaloersch
- Jambusboom
- James (St.)
- Jammer
- Jan
- Jangelen
- Janken
- Jannen
- Jansenist
- Januarij
Toon meer
K
- K
- Kaäba
- Kaafijzer
- Kaag
- Kaai
- Kaak
- Kaal
- Kaam
- Kaan
- Kaap
- Kaar
- Kaarde
- Kaars
- Kaarsenbak
- Kaarskatoen
- Kaart
- Kaarteblad
- Kaarten
- Kaartgeld
- Kaartje
- Kaas
- Kaatje
- Kaats
- Kaauw
- Kab(b)eljaauw
Toon meer
L
- L
- La
- Laadboom
- Laadje
- Laadkruid
- Laafnis
- Laag
- Laakbaar
- Laan
- Laap
- Laars
- Laarzen
- Laas!
- Laat
- Laatst
- Laatvlijm
- Laauw
- Labaar
- Labbei
- Labbekak
- Labben
- Labber
- Labradorsteen
- Labyrinth
- Lac-dye, Lac-Lac
Toon meer
M
- M
- Ma
- Maag
- Maagd
- Maagdarm
- Maagdeberg
- Maagdenblos
- Maagdom
- Maaghoest
- Maagschap
- Maagspanning
- Maagzoen
- Maai
- Maak
- Maal
- Maan
- Maand
- Maandag
- Maandbloeijers
- Maandelijks
- Maandgeld
- Maaneklips
- Maansverduistering
- Maantafels
- Maar
Toon meer
N
- N
- Na
- Na-arbeiden
- Na-eggen
- Naad
- Naaf, Nave
- Naaibank
- Naaijen
- Naaikamer
- Naaister
- Naakt
- Naald
- Naaldekervel
- Naaldenfabriek
- Naaldswijze
- Naaldvisschen
- Naam
- Naäpen
- Naar
- Naardemaal
- Naären
- Naarheid
- Naarmate
- Naars
- Naarstig
Toon meer
O
- O
- Oceaan
- Och!
- Ochtend
- October
- Odief
- Oefenaar
- Oegen
- Oegst, Oest
- Oei!
- Oelzaad
- Oer
- Oest
- Oestal
- Oester
- Oever
- Of
- Offer
- Officier
- Officiersdegen
- Officio (Ex)
- Ofschoon
- Oi
- Oir, Oor
- Ojief
Toon meer
P
- P
- Pa
- Paadje
- Paai
- Paal
- Paander
- Paar
- Paard
- Paarden
- Paardje
- Paardmensch
- Paarlemoer
- Paarling
- Paarsch
- Paarsgewijze
- Paaschachter
- Paaschen
- Paauw
- Pacht
- Pad
- Paf!
- Pak
- Pak-ijs
- Paket
- Pakkaadje
Toon meer
R
- R
- Ra
- Raad
- Raadsel
- Raadsheer
- Raadslaan
- Raadslid
- Raadvragen
- Raaf, Rave
- Raagbol
- Raak
- Raam
- Raap
- Raasbol
- Raat
- Raauw
- Raband
- Rabarber
- Rabat
- Rabauw, of Rabouw
- Rabbelaar
- Rabbijn, Rabbi
- Raboorden
- Rad
- Radeerkunst
Toon meer
S
- S
- Sa!
- Saai
- Saaiem
- Saaifabriek
- Saaijet, Sajet
- Sabadille-zaad
- Sabbath
- Sabberder
- Sabel
- Saffier
- Saffloers
- Saffraan
- Sagen
- Sago
- Sagointje
- Sagrijn-leder
- Saizoen
- Sak
- Sakerdaanhout
- Sáki
- Sakrament
- Sakristie
- Salade
- Salamander
Toon meer
T
- T
- Taai
- Taak
- Taal
- Taan
- Taarling
- Taart
- Taats
- Tabak
- Tabaksasch
- Tabbaard
- Tabernakel
- Tabijn
- Tachtig
- Taf
- Tafel
- Tafelet
- Tafereel
- Tak
- Takel
- Takkebos
- Takkeling
- Takken
- Takmos
- Taktiek
Toon meer
U
- U
- Uchtend
- Ui, Uije
- Uijenbed
- Uijer
- Uil
- Uilskop
- Uiltje
- Uit
- Uitademen
- Uitcijferen
- Uiteen
- Uiteggen
- Uiten
- Uitenteren
- Uiterbuurt
- Uiteren
- Uiterlijk
- Uiterst
- Uiterwaard
- Uiteten
- Uitgaan
- Uitgalmen
- Uitgeven
- Uithaal
Toon meer
V
- V
- Vaag
- Vaak
- Vaal
- Vaâm
- Vaan
- Vaandel
- Vaandrig
- Vaanleen
- Vaaraal
- Vaars
- Vaarschroef
- Vaart
- Vaartuig
- Vaas
- Vaatdoek
- Vacht
- Vadde, Vadderig
- Vadem
- Vader
- Vaderland
- Vaderlief!
- Vadze
- Vagebond
- Vagen
Toon meer
W
- W
- Waadbaar
- Waag
- Waaijen
- Waaijer
- Waak, Wake
- Waal
- Waan
- Waar
- Waarachtig
- Waarbij
- Waarborg
- Waard
- Waardeerbaar
- Waardgeld
- Waardig
- Waardij
- Waardijn
- Waardoor
- Waardschap
- Waardshuis
- Waardsman, Waarsman
- Waargeest
- Waarheen
- Waarheid
Toon meer