Gepubliceerd op 04-08-2020

Uit

betekenis & definitie

Uit vz. buiten; - (niet in) de stad, het huis; - (niet meer in) den smaak, de mode; eeuw - eeuw in, steeds, altijd door; - de hand (niet in eenen winkel of op eene veiling) verkoopen; - eten gaan, buiten 's huis eten; - (door) vrees, voorzorg; ik weet het - de courant, ik heb het er in gelezen; - (gedreven door) achting voor u; (regt.) - kracht, ten gevolge van, gewettigd door; - het geheugen, vergeten; (fig.) - het oog - het hart, afwezigheid doet vergeten. *-, bijw. de kerk is -, ledig na het verrigten der dienst; het boek is - (uitgelezen).