Gepubliceerd op 04-08-2020

IJzer

betekenis & definitie

IJzer, o. metaal; blad-, staf-, gegoten -, geslagen -; ijzeren plaat; ijzerblad; het - van eene werpspies of lans; oud -, oude ijzeren voorwerpen; hang-, ploeg-, oor-, strijk-, wafel- enz., zie op deze woorden; ik heb -, ik houd het (eenig voorwerp) vast (in een kinderspel); (spr.) nood breekt -, als men in nood verkeert ontziet men niets; dat is een heet - om aan te vatten, dat is eene moeijelijke zaak om te beginnen; het - smeden terwijl het heet is, eene gunstige gelegenheid niet ongebruikt laten voorbijgaan; men kan geen - met handen breken, het onmogelijke is niet te doen; hij is van - en staal, hij is een zeer sterk (grof) mensch; -s, boeijen, kluisters.

*-AARDE, v. gmv. aarde met ijzerdeelen vermengd.
*-AARDIG,
*-ACHTIG, bn. (-er, -st), als ijzer, op ijzer gelijkende.
*-ADER, v. (-s), ader eener ijzermijn.
*-ARTSENIJ, v. (-en), artsenij waarin ijzer en ijzerroest zijn opgenomen.
*-BAAN, v. (...anen), ijzeren spoorweg.
*-BESLAG, o. gmv. (op eene deur enz.).
*-BLAD, o. (-en), geslagen ijzer.
*-BLIK, o. gmv. dunne ijzeren plaat.
*-BLOEM, v. (scheik.).
*-BOOM, m. (-en), (scheik.).
*-BOUT, m. (-en), ijzeren bout.
*-CHLORUUR,
*-CHLORIDE, o. (scheik.) verbinding van het ijzer met chloor.
*-CYANUUR,
*-CYANIDE, o. (scheik.) verbinding van ijzer met cyan.
*-DRAAD, m. (...aden), draad van ijzer getrokken.
*-DRAADTREKKER, m. (-s).
*-DROPPELS, m. mv. (gen.).
*-EN, bn. van ijzer, uit ijzer vervaardigd; - kist, geldkist; de - eeuw, tijd van vervolging en slechtheid onder de menschen; een - (vaste, onwrikbare) wil.
*-ERTS, m. gmv. aarde met ijzer vermengd.
*-FABRIEK, v. (-en), fabriek waar ijzer verwerkt wordt.
*-GAREN, o. (-s), zeer sterk naaigaren.
*-GIETER, m. (-s).
*-GIETERIJ, v. (en).
*-GLANS, o. verbinding van ijzer met zuurstof.
*-GRAAUW, bn. (-er, -st), zekere kleur.
*-GROEF, v. (...ven),
*-GROEVE, v. (-n), ijzermijn.
*-HANDEL m. gmv. handel in ijzer, - in ijzerwaren.
*-HARD, bn. zoo hard als ijzer.
*-HOUDEND, bn. ijzerdeelen bevattende.
*-HUT, v. (-ten), smidse, ijzergieterij.
*-JODUUR, o. verbinding van ijzer met jodium.
*-KLEUR, v. gmv.
*-KLEURIG, bn. (-er, -st).
*-KLOVERIJ, v. het kloven van het ijzer tot staven.
*-KOEK, m. (-en), wafel, oublie.
*-KOOPER, m. (-s), handelaar in ijzer.
*-KRAAM, v. (...amen).
*-KRAMER,
*-VERKOOPER, m. (-s).
*-KRUID, o. gmv. zekere plant.
*-MELK, v. gmv.,
*-MIDDEL, o. (-en), geneesmiddel waarin ijzer- of staaldeelen komen.
*-MIJN, v. (-en).
*-OER, o. een phosphorus bevattende ijzererts.
*-OXYDE,
*-OXYDULE, o. verbinding van ijzer met zuurstof.
*-PLAAT, v. (...aten), ijzeren plaat.
*-PROEF, v. (...ven), onderzoeking van het ijzer; (oudt.) zeker godsoordeel, ordalie.
*-ROEST, m. gmv.
*-SCHROOT, o. kleine korrels en brokjes ijzer.
*-SCHUIM, o. gmv. schuim van ijzer dat gesmolten wordt.
*-SINTELS, m. mv. (scheik.).
*-SLAG, o. gmv. hamerslag, wat onder het smeden van het ijzer afvliegt.
*-SMEDERIJ, v. (-en). * -SMELTERIJ, v. (-en).
*-SMET, v. (-ten), roestvlek.
*-SMID, m. (...eden).
*-VARKEN,
*-VERKEN, o. (-s), egel, zeker dier.
*-VERKOOPER, m. (-s).
*-VIJLSEL, o. gmv. wat bij het vijlen van het ijzer afvalt.
*-VITRIOOL, o. gmv.
*-VONK, v. (-en), vonk van gloeijend ijzer.
*-VRETER, m. (-s), (fig.) voorvechter, vechtersbaas.
*-WAREN, v. mv.
*-WERK, o. (-en), allerlei ijzeren voorwerpen.
*-WINKEL, m. (-s).
*-WORDING, v. gmv.
*-ZOUT, o. (scheik.).
*-ZUUR, o. (scheik.).