Gagel, m. (-s), zekere sterk riekende heester; (in Groningen) tandvleesch.
*-BOOM, m. (-en).
*-EN, GAGGELEN, ow. gel. (ik gagelde, heb gegageld), kakelen (van ganzen).
Gepubliceerd op 04-08-2020
betekenis & definitie
Gagel, m. (-s), zekere sterk riekende heester; (in Groningen) tandvleesch.
*-BOOM, m. (-en).
*-EN, GAGGELEN, ow. gel. (ik gagelde, heb gegageld), kakelen (van ganzen).
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: