Definities van Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal in de Ensie U
- U
- Uchtend
- Ui, Uije
- Uijenbed
- Uijer
- Uil
- Uilskop
- Uiltje
- Uit
- Uitademen
- Uitcijferen
- Uiteen
- Uiteggen
- Uiten
- Uitenteren
- Uiterbuurt
- Uiteren
- Uiterlijk
- Uiterst
- Uiterwaard
- Uiteten
- Uitgaan
- Uitgalmen
- Uitgeven
- Uithaal
- Uitjagen
- Uitkaarden
- Uitkomen
- Uitlaat
- Uitmageren
- Uitnemen
- Uitrabbelen
- Uitschampen
- Uittakelen
- Uitvaagsel
- Uitvoer
- Uitvorschen
- Uitvragen
- Uitvreten
- Uitwaaijen
- Uitzet
- Uitzieden
- Umber
- Unster
- Uur
- Uw