Gepubliceerd op 04-08-2020

Daglicht

betekenis & definitie

Daglicht, o. gmv. het licht van den dag; hij zag het eerste - te, werd geboren te; hij is niet waard dat hem het - beschijne; (fig.) iets in een fraai - plaatsen, het vergoêlijken.

*...LIJST, v. (-en), lijst van de dagelijks aankomenden; dagelijksche aanteekening enz.
*...LOON, o. (-en), betaling voor één dag arbeid. -ER, m. (-s), -STER, v. (-s), werkman -, werkvrouw die bij den dag zich verhuurt.
*...MAT, v. (oudt.) overijsselsche vlaktemaat.
*...ORDE, v. gmv. (in vergaderingen) lijst der te behandelen onderwerpen.
*...ORDER, v. (-s), bekendmaking, afkondiging aan het leger.
*...REGISTER, o. (-s), dagboek.
*...REIS, v. (...zen), reis gedurende den dag; bepaalde weg dien men gedurende een dag kan afleggen; die stad ligt op 20 dagreizen van; met kleine dagreizen voorttrekken.
*...SCHOLIER, m. (-en), -STER, v. (-s), die de dagschool en niet de avondschool bezoekt, (ook) die niet in den kost is; externe.
*...SCHOOL, v. (...olen), die alleen bij den dag gehouden wordt.
*...SEINEN, o. mv. (zeew.).
*...STER, v. gmv. morgenster, Orion; (ook) de zon.
*...TEEKENEN, bw. en ow. gel. (ik dagteekende, heb of ben gedagteekend), den datum plaatsen; den datum dragen; (fig.) dat dagteekent van dien tijd.
*...TEEKENING, v. (-en), datum, aanwijzing van den hoeveelsten der maand.
*...TEEKENS, o. mv. (sterrew.) de zes teekens van den Dierenriem, die des daags zekeren invloed uitoefenen (Ram, Tweelingen, Leeuw, Weegschaal, Schutter, Waterman).
*...VAARD(T), v. (oudt.) vergadering der afgevaardigden (van een land); ter - verschijnen; - houden. -EN, bw. gel. (ik dagvaardde, heb gedagvaard), ter dagvaart beschrijven, oproepen; (regt.) voor het geregt dagen (bij deurwaarders-akte).
*...VAARDING, v. (-en), geregtelijke indaging; deurwaarders-akte, exploit (van indaging).
*...VERHAAL, o. (...alen), verhaal van hetgeen elken dag voorvalt.
*...VLINDER, m. (-s), vlinder die één dag leeft.
*...VOGEL, m. (-s), gewone vogel die zich bij den dag laat zien (in tegenst. van nachtvogel, als uil, vledermuis enz.).
*...WACHT, v. (-en), (zeew.) eerste wacht na den nacht (van 4 tot 8 uur in den morgen).
*...WERK, o. (-en), zoo veel arbeid als men in éénen dag kan afwerken; (fig.) mijn - is volbragt, mijn levensdraad is afgesponnen. -ER, m. (-s), -STER, v. (-s), daglooner, dagloonster.
*...WIJZER, m. (-s), boekje -, blaadje-, werktuigje dat de dagteekening aantoont, almanak, agenda.