Gader, TE -, bijw. te zamen, met elkander.
*-EN, bw. gel. (ik gaderde, heb gegaderd), verzamelen, te zamen -, bijeenbrengen.
*-GELD, o. (-en), bedrag eener inzameling, kollekte.
*-MEESTER, m. (-s), ontvanger, gaarder.
Gepubliceerd op 04-08-2020
betekenis & definitie
Gader, TE -, bijw. te zamen, met elkander.
*-EN, bw. gel. (ik gaderde, heb gegaderd), verzamelen, te zamen -, bijeenbrengen.
*-GELD, o. (-en), bedrag eener inzameling, kollekte.
*-MEESTER, m. (-s), ontvanger, gaarder.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: