Laakbaar, bn. en bijw. (-der, B. ...arer, -st), berispelijk, afkeurenswaard.
*-HEID, v.
*...STER, v. (-s), zij die laakt.
*...ZIEK,
*...ZUCHTIG, bn. (-er, -st), kwaadsprekend; bedilzuchtig, vitlustig.
*...ZIEKTE,
*...ZUCHT, v. gmv.
Gepubliceerd op 04-08-2020
betekenis & definitie
Laakbaar, bn. en bijw. (-der, B. ...arer, -st), berispelijk, afkeurenswaard.
*-HEID, v.
*...STER, v. (-s), zij die laakt.
*...ZIEK,
*...ZUCHTIG, bn. (-er, -st), kwaadsprekend; bedilzuchtig, vitlustig.
*...ZIEKTE,
*...ZUCHT, v. gmv.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: