Gepubliceerd op 04-08-2020

Familie

betekenis & definitie

Familie, v. (...ën), gezin; bloedverwantschap, maagschap; geslacht; (nat. gesch.) afdeeling; zij is geene - van mij, zij behoort niet tot mijn geslacht.

*-BETREKKING, v. (-en), bloedverwantschap; bloedverwant.
*-LID, o. (-leden).
*-NAAM, m. (-namen).
*-RAAD, m. (...raden), bijeenkomst -, vergadering van leden eener familie.
*-REGERING, v. (-en), dynastie, heerschappij door één geslacht uitgeoefend.
*-STUK, o. (-ken), schilderij voorstellende leden eener familie; (ook) voorwerp door eene familie -, in een gezin in eere gehouden.
*-VERDRAG, o. (-en), onderling verdrag door de leden eener vorsten-familie gesloten.
*-VETE, v. (-n), erfelijke haat van eene familie tegen eene andere, (ook) onderling.
*-WAPEN, o. (-s), ridderwapen van eene familie.
*-ZIEK, bn. genegen tot -, in- genomen@#met zijne bloedverwanten.
*-ZIEKTE, v. (-n), ziekte erfelijk in een geslacht.