Kaart, v. (-en), kaartpapier; speelkaart; - spelen; de - geven; de - afnemen; de - doorschieten (mengen); de - vergeven, valsch geven; N. is aan de -, moet deelen; in de - kijken of zien, (ook fig.) iemands geheimen doorschouwen; (spr.) de gekken krijgen de -, die het minst weten hebben het meeste geluk; eene mooije - hebben, voordeelig om te spelen; eene nieuwe -, eens bespeelde -, een spel kaarten dat nieuw of waarmede eens gespeeld is; de - leggen, waarzeggen uit de kaarten; kunsten met de - doen. *-, land-, aardrijkskundige kaart; plaatsen op de - aanwijzen; goed de - kennen, bedreven zijn in de aardrijkskunde; eene afgezette (gekleurde) -; eene blinde -, omgekeerde kaart (waarop de leerling de ligging der plaatsen van buiten moet aanwijzen).
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk