Gepubliceerd op 04-08-2020

IJk

betekenis & definitie

IJk, m. (-en), geslagen of gebrand merk op maten en gewigten (ten teeken hunner echtheid); (ook) plaats waar geijkt wordt.

*-EN, bw. gel. (ik ijkte, heb geijkt), zulke merken inslaan of inbranden; (fig.) als wettig erkennen; deze uitdrukking is geijkt (heeft het burgerregt in de taal gekregen); herijk, tweede ijk.
*-ER, m. (-s), ambtenaar met het ijken belast; arrondissements-.
*-ING, v. het ijken.
*-KANTOOR, o. (...oren).
*-IJZER, o. (-s), werktuig van den ijker.
*-MAAT, v. (...aten).
*-MEESTER, m. (-s), ijker.