Jagen, bw. ong. en gel. (ik joeg of jaagde, heb gejaagd), doen vlieden, - voortgaan; vooruit drijven; met kracht indrijven; sterk aanzetten, jagten; eene trekschuit - (door middel van paarden doen vooruit komen); door de keel -, inzwelgen, verkwisten (van spijs en drank); op de vlugt - (slaan, drijven); eenen schrik op het lijf -, iem. plotseling verontrusten; iem. op kosten -, iem. kosten veroorzaken; een paard dood -, door te hard rijden doen dood vallen. *-, ow. op de jagt zijn, wild vervolgen; (fig.) snel loopen, hard draven; hevig kloppen (van het hart); hevig slaan (van den pols); in eene snelle beweging zijn. *-, o. jagt.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk