0 Onderwerpen
561 Bezoekers
Culinair van a tot z is geschreven door Peter Joh. M. Zuidweg (2016)
Culinair van a tot z
Peter Joh. M. Zuidweg (2016)
Definities en betekenissen van Culinair van a tot z
A
- aal
- aalbes
- aardappel
- aardbei
- aardnoot
- abrikoos
- achterbout
- advocaat/advokaat
- afruimen
- ahornsiroop
- alcohol
- alikruik
- amandel
- amourettes
- ananas
- andijvie
- anijs
- ansjovis
- aperitief
- appel
- appelbol
- appelmoes
- aquavit
- arak
- aromaten
Toon meer
B
- baars
- bacon
- bacove / bakove
- bakje
- bakken
- bakken in olie of frituur
- bakken van vis in boter
- bakken van vlees
- balkenbrij
- balletjes (van vis, vlees, wild of gevogelte)
- bami (goreng)
- banaan
- banket (feest)
- banket (gebak)
- banketbakkersroom
- barbecue
- barbeel
- barderen
- barquette
- baselic
- basilicum
- basterdsuiker
- bataat
- bavarois(e)
- bearnaisesaus
Toon meer
C
- cacao
- cake
- calvados
- canapé
- cantaloup
- cantharel
- capucijner (erwt)
- cardamom (ook: kardamom)
- cashewnoot
- casselerrib
- cassolette
- castric
- cayennepeper
- cédrat of cédre
- cèpes
- cervelaatworst
- champignon
- charlotte
- chartreuse
- chaud-froid
- chilipoeder
- chinese kool
- chipolata(pudding)
- chocola(de)
- chorizo
Toon meer
D
E
F
G
- gaar
- gado-gado
- gaffelbitter
- galantine
- galle
- gans
- ganzenleverpaté
- garnaal
- garneren
- garnituur
- gebak
- gebakken stukjes brood
- gebonden soep
- gebraad
- gedistilleerd
- gedroogde vruchten
- geep
- gefrappeerde ijs- of pauzedrank
- gehakt
- geit
- gelatine
- gelei
- geleigerecht
- gemarineerde haring
- gember(wortel)
Toon meer
H
- haagse bluf
- haai
- haan / haantje
- haarwild
- haas
- hachee
- hachis
- hagelslag
- halvarine
- halve maantjes
- ham
- hamburger
- hamburgerrib
- hamlappen
- handappel
- hanekam
- haring
- hart
- haver
- havermout
- hazelhoen
- hazelnoot
- hazepeper
- heek
- heidekruid
Toon meer
I
K
- kaan / kaantje
- kaas
- kaasfondue
- kabeljauw
- kadet / kadetje
- kaki
- kalebas
- kalf(-svlees)
- kalkoen
- kamille
- kampernoelje
- kandeel
- kandij(suiker)
- kaneel
- kangeroe
- kanteloep / canteloupe
- kantkoek
- kapoen
- kappertjes
- karamel / caramel
- karbonade
- kardoen
- karmijnrood
- karnemelk
- karwijzaad
Toon meer
L
- lam
- lamprei
- langoest / langouste
- langoestine / langoustine
- lap(je) vlees
- lapskous
- larderen
- laurier
- lavas
- lavendel(blad)
- leeuwerik
- lekkerbek(je)
- lende(n)
- leng
- lepel
- lever
- lichee
- lievevrouwebedstro
- lijster
- likeur
- limonade
- limonade-gazeuse
- limonadesiroop
- lindebloesem
- linzen
Toon meer
M
- maanzaad
- maatjesharing
- macaron / makaron
- macaroni
- macedoine
- madeira
- maïs
- maizena
- makreel
- mandarijn
- mango / mang(g)a
- mareen
- maresquin
- marinade
- marineren
- marjolein
- marmelade
- marsepein
- mayonaise
- medaillon
- meel
- merinque
- mes
- middageten / middagmaaltijd
- middenmoot van vis
Toon meer
N
O
P
- paard / paardenvlees
- paling
- palmhart
- panade
- paneermeel
- panharing
- pannenkoek
- papaya
- papillot
- paprika
- paranoot
- parelhoen
- parfait
- pasta
- pastei
- pasteitje
- pasteque
- pastinaak
- pate
- patrijs
- paupiettes
- peen / peentjes
- peer
- pekelvlees
- pens
Toon meer
R
- r(h)um
- raap
- raapstelen
- rabarber
- radijs
- ragout
- ram(m)enas
- ramadan
- rauw
- rauwkost
- ravioli
- rechaud
- ree
- reep(je)
- regenboogforel
- rendier
- ribstuk
- ridderforel
- rijn- of rivierkreeft
- rijst
- risotto / rizotto
- rivierkreeft
- rode biet
- rode kool
- rode poon
Toon meer
S
- saffraan / safraan
- sago
- salade
- saladesaus
- salami
- salie
- salmis
- salpicon
- sambal
- sap
- sardine / sardien
- saucijs
- saus
- sauteren
- savarin
- savooiekool
- schaaldieren
- schaap / schapenvlees
- schar
- schartong / tongschar
- schelpdieren
- schelvis
- schelvislever
- schenkel
- schildpad
Toon meer
T
- taaitaai
- taart
- taartpastei
- tabasco
- taling
- tam gevogelte
- taptemelk
- tarbot
- tartaar
- tartelet
- terrine
- thee
- thijm
- timbaal
- tomaat
- tong
- tongschar
- tonijn
- toost
- topinamboer
- tournedos
- tranche
- trancheren
- truffel
- tuinboon
Toon meer
U
V
- vanille
- vanilline
- varken / varkensvlees
- vederwild
- veganisme / vegetarier / vegetarisch / vegetarisme
- veldsla
- veloutesoep
- venkel
- venusmossel
- verhemelte
- verlaat avondeten
- vermicelli
- vers
- vervroegd avondeten
- vetdarm (vleesgerecht)
- vijg
- vingerkom
- vis
- viskoek
- vlaai
- vlagzalm
- vlees
- vleesfarce in varkensnet gewikkeld
- vleugelspits
- vlierbes
Toon meer
W
- waalse noot
- wafel / wafeltje
- walnoot
- walnotensalade
- warm
- warm voorgerecht
- warm zoet nagerecht
- warmoes
- wasboon
- water
- watergruwel
- waterkers
- watersnip
- waterwild
- weiboter
- wentelteefje
- wiener schnitzel
- wijngaardslak / wijnbergslak
- wijting
- wild
- wildragout
- wildzwijn
- wintertaling
- witlof
- witte boon
Toon meer