Definities van Culinair van a tot z in de Ensie B
- baars
- bacon
- bacove / bakove
- bakje
- bakken
- bakken in olie of frituur
- bakken van vis in boter
- bakken van vlees
- balkenbrij
- balletjes (van vis, vlees, wild of gevogelte)
- bami (goreng)
- banaan
- banket (feest)
- banket (gebak)
- banketbakkersroom
- barbecue
- barbeel
- barderen
- barquette
- baselic
- basilicum
- basterdsuiker
- bataat
- bavarois(e)
- bearnaisesaus
- bechamelsaus
- bedienen / bediening
- beetsuiker / bietsuiker
- beignet
- belegen kaas
- benedictine
- berghoen
- beriner bol
- bes
- beschuit
- beukenoot
- biefstuk van de haas
- biefstuk(je)
- bier
- bieslook
- biet
- bigarade
- bigarreau
- biscuit / biskwie
- bistro
- bitter
- bitterbal
- bittergarnituur
- bitterkers
- bitterkoekje
- blaadje
- bladerdeeg
- bladgroenten
- blancheren
- blanke ragout
- blauw koken
- blauwbes
- bleekselderie / bleekselderij
- blei
- blikgroente(n)
- blinde vink
- bloedsinaasappel
- bloedworst
- bloem
- bloemkool
- boekweit
- boerenjongens
- boerenkool
- boerenmeisjes
- bokking
- boleet
- bolus
- bombe
- bonbons
- bonenkruid
- boon
- borage
- bord
- borrel
- borrelhapje
- borst(stuk)
- borstlappen
- borstplaat
- bosbes
- bot
- boter
- boterdeeg
- bouillon
- bout (= achterstuk)
- bout (= dijstuk)
- bout (groot- of grofwild)
- bout (klein wild)
- bowl
- braam
- braden (van wild en gevogelte)
- brandewijn
- brasem
- brij
- brioche
- broc(c)oli