Definities van Zuidnederlands Woordenboek in de Ensie A
- achterruitontdooiing
- achterstal (achterstel)
- achteruit
- achterwaren
- acteren (akteren)
- actief (aktief)
- activiteitsjaar
- administratie
- administratief
- afbieden
- afboorden
- afdanken
- afdanking
- afdoppen
- afdreigen
- afdrinken
- afdruk
- afeten
- affaire
- affront
- affrontelijk
- affronteren
- afgaan
- afgang
- afgeborsteld
- afgelasten
- afgevaardigde
- afgeven
- afhalen
- afhaling
- afhangen
- afhangendheden
- afhankelijkheden
- afhaspelen
- afhouden
- afketsen
- afkomen
- afkorten
- afkorting
- afkuisen
- aflangen
- aflappen
- aflaten
- aflevering
- afliegen
- aflijnen
- aflijvig
- aflijvige
- aflopen
- aflossing
- afpitsen
- afreactie
- afreis
- afrekenen
- afrijden
- afschaffen
- afscheiden
- afscheidspremie
- afslag
- afsluiten
- afspannen
- afspanning
- afspelen
- afstand
- afstappen
- afstellen
- afstrijden
- afstropen (afstroppen)
- aftasten
- aftekenen
- aftrappen
- aftrekken
- aftrekker
- aftroeven
- aftrok
- aftruggelaar
- aftruggelarij
- aftruggelen
- afvalling
- afvangen
- afvragen
- afwachten
- afwonen
- afzagen
- afzeggen
- afzien
- afzink
- agglomeratie
- agglomeratieraad
- aggregaat
- aggregatie
- ajuin
- ajusteren
- ajusteur
- akkeren
- akkoord
- akoestiden
- al
- alaam (alem, alm)
- alcoholieker (alkoholieker