Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

afsluiten

betekenis & definitie

(Een overeenkomst e.d.) sluiten, aangaan.

Als hij tijd heeft onderweg... zal hij mij in zijn kajuit de geologische weelde van zijn voor het ogenblik, helaas dichte koffer onthullen. Broederlijk sluiten we een akkoord af, JONCKHEERE 1957, 136.

Met Ir. Gijsen zal verder een overeenkomst afgesloten worden inzake aanleg rioleringswerken, Gazet v. Antw. 4/7/1977.

< >