(Iets) (wegens onvoorziene omstandigheden) (laten) vervallen; van treinen bep.: uitvallen; (een vergadering e.d.) niet laten plaats vinden, afgelasten.
In een station hoorde ik enkele dagen geleden aankondigen dat de trein naar Eigenbrakel was afgeschaft, GALLE 1976, 141.
Wegens de sneeuw waren verschillende treinen afgeschaft, Uitzending BRT 2/1/1979.
Opm.: In de standaardt. wel in de bet.: buiten gebruik, buiten dienst stellen, opheffen.