Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

aftrok

betekenis & definitie

Aftrek (in versch. bet.); vaak in de verb. (veel) aftrok hebben, vinden.

Die brochures hebben veel aftrok. Na aftrok van het gestorte voorschot blijft nog 5000 fr. te betalen, Keurig Ndl. 1973, 32.

Daar de brug op de grens Katelijne en Duffel ligt, zullen beide gemeentebesturen, na aftrok van de subsidies der hogere besturen, elk de helft van de kostprijs dragen, Gazet v. Antw. 20/6/1977.

< >