1. Als academische graad: leraar (licentiaat, zie ald.) met bevoegdheid tot het geven van middelbaar onderwijs (in Nederl.: doctorandus met onderwijsbevoegdheid).
In deze toep. zelden of nooit m. betr. t. het geven van hoger onderwijs.II. Academische graad die bevoegdheid verleent tot het geven van middelbaar of hoger onderwijs; ook: opleiding hiertoe.
Rektor Foriers van de ULB sprak bij deze gelegenheid de wens uit, dat de universiteit een fundamentele hervorming zou kunnen doorvoeren van de programma’s voor het aggregaat, Gazet v. Antw. 13/5/1977.
In 1890 werd ze (de opvoedkunde) namelijk, bij wet, ingebracht in de opleiding van leraren voor het secundair onderwijs, wat we thans het aggregaat noemen, Alumni 1978, 2, 5.
L.B. van Roeselare, doctor in de genees-, heel- en verloskunde, verdedigde op woensdag 28 juni zijn proefschrift met bijgevoegde stellingen met het oog op het behalen van het aggregaat voor het hoger onderwijs in de geneeskunde, Alumni 1978, 3,35.
Sam.: aggregaatscollege; aggregaatsexamen; aggregaatsprogramma.