Definities van Zuidnederlands Woordenboek in de Ensie B
- baan
- baancafé
- baar
- baard
- babybox
- babysit
- bache
- bachten
- backlijn
- badstad
- bagagedrager
- bagagerek
- baget
- bak
- bakhuis
- bakken
- bakpan
- bakschieten
- baktand (boktand)
- baladeuse (balladeuse)
- balkdonker
- balleganten
- Bamis
- bandbreuk
- bandhond
- bandopnemer
- bankbriefje
- bankkaart
- barboteuse
- bareel (barreel)
- barema
- barreren
- basielkruid
- basket
- basketten
- basketter
- bassen
- batiment (batement)
- batteren
- batterij
- bavet (bavette)
- baxter
- bazaar
- bebbel
- bebloemd
- beboeren
- bedampen (bedompen, bedomen)
- bedanken
- bedanking
- beddebak
- bede
- bedelen
- bedeling
- bedevaren
- bediende
- bediendencontract (-kontrakt)
- bedoenerig
- bedorvendans
- bedrichten
- bedrijvig
- bedrukking
- bedsponde (beddespon)
- beeld
- been
- beenderig
- beenhouwer
- beenhouwerij
- beer
- bees
- beest
- beeweg
- begankenis
- begeesterd
- begeesteren
- begeestering
- begeven
- begijn
- beginneling
- begoed
- begoocheling
- begraving
- begrijpen
- behangpapier
- beheerraad
- beiaarden
- beier
- bek
- bekanst
- bekeuren
- bekijken
- beklappen
- beknibbelen
- bekomen
- bekommernis
- bekwaam
- bekwaamheidsgetuigschrift
- belet
- belgicisme
- belgicist
- beliefte