Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

beenhouwerij

betekenis & definitie

Slagerij.

In mijn vaderstad doopte een barbaars-gelovige slager eens zijn beenhouwerij, in het Frans, opdat het beter klonke: ‘Boucherie du Sacré-Coeur’, JONCKHEERE 1957, 27.

Moderne beenhouwerij over te nemen te Gentbrugge, Gentenaar 19/5/1977.

Sam./Kopp.: kalfsbeenhouwerij; kwaliteitsbeenhouwerij; paardenbeenhouwerij; rundsbeenhouwerij; varkensbeenhouwerij; - beenhouwerij-afdeling (in een warenhuis e.d.); charcuterie.

< >