1. Inz. in personeelsadvertenties: een betrekking is te begeven e.d., vacant; (pol.) (zetels) toewijzen, toekennen.
Gemeente Opglabeek te begeven betrekking van vleeskeurder, Gentenaar 22/5/1977.
Met de benoeming van de h. Falize krijgen de socialisten het leeuwenaandeel in de beschikbare goeverneurszetels. Met inbegrip van het vice-goeverneurschap van Brabant, zijn er tien funkties te begeven, Gazet v. Antw. 29/7/1977.
Bij het Gemeentebestuur van Boom is één plaats van politieagent te begeven, Boom 26/5/1978.
2. Van zaken: breken, stuk gaan, instorten, bezwijken enz.; in de standaardt. wel: het begeven; ook van pers. die een bep. inspanning niet langer (kunnen) volhouden: het opgeven, het afleggen, bezwijken
Alleen omdat hij getwijfeld had, was hij ten slotte begeven. Van toen af hadden zijn belagers hem onmeedoogend neergeveld, VANDEN MAELDERE 1946, 152.
Geen poort, hoe zwaar met het gewei bekroond, of zij zal begeven wanneer Zoë op de stoep verschijnt, TEIRLINCK 1952, 2, 260.
Wie aan de top staat, duldt geen tegenstand en tracht zolang mogelijk aan de top te blijven. Maar op de duur moest hij begeven, JANS/VAN LOOY 1972, 37.
Roger de Vlaeminck wilde niet wijken, kwam nog terug tot aan Freddy’s achterwiel, maar begaf dan toch, Gazet v. Antw. 8/4/1977.
Verondersteld wordt dat de bliksem insloeg langs de schouw en dat door de luchtverplaatsing binnen in de woning de muren begaven, Gazet v. Antw. 13/5/1977.